-1.851.2B
07-2
H u i z u m, 10 Februari 1964.
Onderwerp:
Voorschot vergoeding
vakonderwijs
De besturen der in deze gemeente gevestigde bijzondere scho-
len hebben verzocht in aanmerking te komen voor het ontvangen
van een voorschot op de te verwachten vergoeding ingevolge arti-
kel 101bis der Lager Onderwijswet 1920 over het jaar 1964.
Krachtens het vijfde lid van dat artikel maken zij hierop te-
recht aanspraak.
Bij ïïw besluit van 31 Januari 1964 werd het getal wekelijk-
se lesuren gedurende hetwelk vakonderwijs in de nuttige hand-
werken aan de openbare lagere scholen in deze gemeente gegeven
zal worden voor 1964, naar de maatstaf van artikel 101bis, eer-
ste en tweede lid, van meergenoemde wet, vastgesteld op 1.
Aangezien aan de bijzondere school te Britsum 3 leerkrachten
verbonden zijn en aan die te Stiens 4 leerkrachten, hebben deze
scholen dus maximaal recht op vergoeding van respectievelijk
3 uren en 4 uren vakonderwijs
De vakonderwijzeres aan de bijzondere school te Stiens had
op 1 Januari 1964 negen dienstjaren en zal op 1 Augustus 1964
tien dienstjaren hebben.
De beloning voor de vakleerkrachten aan de openbare scholen
is bij Uw besluit van 31 Januari 1964 vastgesteld op f 194,50
tôt f 304,per wekelijkse les van 60 minuten (klokuur) per
jaar, met een looptijd van 21 jaren. Voor de handwerkonderwijze-
res,verbonden aan de bijzondere lagere school te Stiens, kan
derhalve over 1964 aanspraak worden gemaakt op 4 x 241,
over 7 maanden en 4 x 246,over 5 maanden te verhogen met
4i» huurcompensatie en 4i° vacantietoelageberekend naar de
toestand op 1 Mei 1964, samen f 1051,33 te vermeerderen met
f 137,55 ten laste van het schoolbestuur blijvende pensioens-
bijdragen en f 212,16 kinderbijslag is in totaal f 1.401,04.
Aan de bijzondere school te Britsum is dezelfde vakonder-
wijzeres werkzaam. Haar beloning in deze functie over 1964 zal
derhalve kunnen bedragen 3 x 241,over 7 maanden en 3 x
f 246,over 5 maanden, te verhogen met 4huurcompensatie en
4$ vacantietoelage, berekend naar de toestand op 1 Mei 1964,
samen f 787,34, vermeerderd met de ten laste van het schoolbe
stuur blijvende pensioensbijdragen ad f 101,76 en f 106,08
kinderbijslag, zal de vergoeding derhalve f 995,18 bedragen.
Op grond van het vorenstaande stellen wij derhalve voor
het voorschot op de vergoeding ingevolge artikel 101bis der
Lager Onderwijswet 1920, voor het jaar 1964 te verlenen aan
het bestuur van de bijzondere lagere school te Stiens, vast
te stellen op f 1401,04 en het voorschot voor het bestuur van
de bijzondere lagere school te Britsum op f 995,18.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de R a a d.