- 9 - 13. Voordracht van Burgemeester en Wethouders voor de benoe- ming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school te Hijum ter voorziening in de vacature mej. Schweer. Burgemeester en Wethouders bieden de Raad de navolgende voordracht aan: 1. Aaltje H. Inberg te Roordahuizum. 2. Eke Boomsma te Rirdgum. 3. Marijke Hemrica te Leeuwarden. Alvorens tôt stemming wordt overgegaan deelt de Voorzitter mede, dat van mej. Hemrica bericht is ingekomen dat zij haar" sollicitatie intrekt in verband met haar benoeming tôt onder wi jzeres aan één der openbare lagere scholen te leeuwarden. Bij de daarna gehouden stemming blijkt dat op mej. Inberg 10 stemmen zijn uitgebracht en op mej. Boomsma één stem, zo- dat mej. Inberg is benoemd. Yastgesteld wordt het navolgende besluit: De Raad der gemeente Leeuwarderadeel Gezien de door Burgemeester en Wethouders in overleg met de Inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Leeuwar den opgemaakte voordracht voor de benoeming van een onderwij- zeres aan de openbare lagere school te Hijum; G-elet op het met redenen omkleed bericht van het hoofd der school als bedoeld in artikel 38 der lager Onderwijswet 1920; B e n o e m t met ingang van 1 Januari 1965 tôt onderwijzeres aan de open bare lagere school te Hijum: Aaltje Hendrika Inberg, geboren 21 Juni 1944 te langezwaag, wonende te Roordahuizum. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aankoop van een strook grond te Oude Leije. Dit voorstel is van de volgende strekking: (bijlage 21). Het heeft de aandacht van de heer Soepboer getrokken, dat de prijs van deze grond 2,80 per m2hoger ligt dan die van het perceel grond dat te Hijum zal worden aangekocht. Komt dit doordat het gewas er uitgehaald moest worden? De Voorzitter tracht het verschil in grondprijs nader te verklaren, door er op te wijzen dat het onderhavige strookje grond te Oude Leije bouwrijp is. De grond te Hijum is niet volledig bouwrijp en dit drukt de prijs. Wat de pachtersvergoeding betreft moet niet uit het oog verloren worden dat de aan te kopen grond te Oude leije deel uitmaakt van een boerenplaats en er wordt beslag op gelegd tijdens de duur van de lopende pachttijd. Kwaliteit van de grond en het doel waarvoor te gebruiken worden mede in acht genomen. Wethouder Pijkstra vult het betoog van de Voorzitter aan met er op te wijzen, dat voor het berekenen van de pachters vergoeding vaste normen gelden. Met verschillende factoren wordt rekening gehouden, zoals de duur van het pachtcontractde leeftijd van de pachter enz.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1964 | | pagina 17