Onderwerp; Reiskosten ongehuwden. S t i e n s, 6 april 1965. Van het centraal bureau inzake gemeenschappelijke behan- deling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden, ontvingen wij een ontwerp tôt wijziging van de Verplaatsingskostenver- ordening, welke beoogt voor bepaalde categorieën van het onge- huwde personeel een overeenkomstige voorziening van reiskos- tenvergoeding voor gezinsbezoek te treffen, als welke, in af- wachting van de totstandkoming van de in art. 17, eerste lid van het Verplaatsingskostenbesluit 1962 bedoelde nadere rege ling, voor het ongehuwde personeel in de sector van het nij- verheidsonderwijs en het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, is getroffen. Met de onderhavige wijziging is de werkingssfeer van de huidige regeling uitgebreid. Dit houdt naar het oordeel van het Centraal Orgaan overigens niet in dat bij een beoordeling van gevallen, waartoe het facultatief karakter van de bepaling noopt, een zelfde gedragslijn voor aile thans genoemde leef- ti jdscategorie'ën voor de hand behoeft te liggen. Het Centraal Orgaan meent namelijk, dat in die beoordeling, met name ten aanzien van ouderen, mede in de overwegingen zal kunnen wor- den betrokken de vraag, in hoeverre, gelet op positie en om- standigheden van de ambtenaar, nog kan gelden dat het verlies van de directe gezinsbinding wezenlijk is toe te schrijven aan de noodzaak in de gemeente een pension te nemen. Opgemerkt zij voorts dat de onderhavige bepaling zich uiteraard niet uitstrekt tôt die ongehuwde ambtenaren die een eigen huishou- ding voeren in de zin van de regeling. De voorgestelde wijziging is door het Centraal Orgaan in overeenstemming met het gevoelen der in het centraal overleg vertegenwoordigde organisaties vastgesteld. Wij waren vooralsnog niet overtuigd van de noodzakelijk- heid om bedoelde regeling in zijn geheel over te nemen. Het wilde ons voorkomen, dat voorshands kon worden vol- staan met het verlenen van een tegemoetkoming, zoals door het Centraal Orgaan wordt voorgesteld, aan een ongehuwde ambte naar, die in de geschetste omstandigheden verkeert en niet ouder is_ dan 24 jaar. "immers h~ij "het Tôereiken van die leeftijd wordt, vooral in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, veelal een zodanig sala- ris genoten, dat het betalen van de reiskosten één maal per maand naar het gezin waartoe de ambtenaar behoort, geen on- overkomenlijke bezwaren meer zal opleveren. Bovendien komt men dan op een leeftijd, waarbij men over- weegt om zelf een gezin te gaan stichten. Wij hebben hieromtrent het oordeel gevraagd van de gemeen- telijke commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaren- zaken. In haar op 26 maart j.l. gehouden vergadering heeft deze materie een punt van bespreking uitgemaakt. Aan de R a a d

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 23