S t i e n s, 6 april 1965.
Onderwerp:
zoldigingsmaatregelen
r 1 januari 1965.
Bij brief van 31 december j.l. van de Minister van Binnen-
landse Zaken werden wij in kennisgesteld met de salarismaat-
regelen per 1 januari 1965 voor het burgerlijk rijkspersone^l-
Op grond van de loonontwikkeling in het particulière be
drijfsleven heeft de Regering besloten het rijkspersoneel per
1 januari 1965 in aanmerking te brengen voor een algemene sala-
risverhoging van 3%.
Tôt deze 3is besloten op grond van de overweging, dat
van de toegestane 5i° loonsverhoging voor de particulière werk-
nemers 1jbedoeld is als compensatie voor de verhoogde A.O.W./
A.W.W.-premie, welke premie voor het overheidspersoneel ten
laste van de overheid wordt genomen, en dat de resterende 3i$
als gevolg van de spreiding van ingangsdata der C.A.O.'s zou
kunnen worden gesteld op ruim 3op jaarbasis.
Hierbij wordt nog aangetekend, dat omtrent enkele maatre-
gelen in het secundaire vlak het overleg in de Centrale Commis-
sie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken nog zal wor
den voortgezet.
In de loop van het jaar 1965 zal opnieuw worden bezien in
hoeverre (bij "nacalculatie") nadere maatregelen moeten worden
getroffen.
G-ezien de optrekking van het minimum-loon in het particu
lière bedrijfsleven tôt f 110,per week, heeft de regering
besloten het minimum-loon voor het overheidspersoneel dienover-
eenkomstig te verhogen.
Het minimum-loon wordt gesteld op f 478,90 per maand onge-
acht de standplaatsindeling.
Aan de hand van de door de Minister bij zijn bovenaange-
haalde circulaire gevoegde inpassingstabellen zijn de nieuwe
salarisschalen voor het gemeentepersoneel berekend en als bij-
lagen A. B. en C. hierbij gevoegd.
In de desbetreffende salarisbedragen is, gezien het resul-
taat van de nacalculatie van de trend van de loonontwikkeling
over 1964, tevens verwerkt de over dat jaar gebleken achter-
stand ten opzichte van de ontwikkeling in het particulière be-
drijfsleven.
Tevens is in de salarisbedragen van de ambtenaren-niet-
werklieden opgenomen de vierde en laatste fase van de gediffe-
rentieerde salarisverhoging voor de jaren 1962 tôt en met 1965.
De huwelijk-stoelage zal gerekend van 1 januari 1965 af wor
den vastgesteld op f 52,per maand voor aile standplaatsen.
Als nieuw plafond voor de som van wedde en huwelijkstoe-
lage zal gerekend van 1 januari 1965 af gelden een schaalbe-
drag van f 521,per maand voor een 1e klasse en 511,
voor een derde klasse standplaats.
De diplomatoelagen thans bedragende f 126, f 189,
f 252,en f 504,zullen worden verhoogd tôt onderscheiden-
lijk f 138, f 207, f 276,— en f 552,— per jaar.
Tenslotte willen wij nog de aandacht vestigen op enkele
wijzigingen van interne aard, welke in de gemeentelijke bezol-
digingsverordening hebben plaats gehad.
a n
R a a d
