- 5 - 5. In geval van bevordering van een ambtenaar die een loon ge- niet, wordt dit loon, door toepassing van het eerste lid, zodanig vastgesteld, dat het loon in het nieuwe ambt te allen tijde uitgaat boven het loon, dat de ambtenaar in het verla- ten ambt zou hebben genoten. Artikel 13. 1Aan de mannelijke ambtenaar die gehuwd of gehuwd geweest is en de 21-jarige leeftijd heeft bereikt, wordt een vaste huwe- lijkstoelage toegekend van 52,per maand of, indien dit voor de belanghebbende tôt een gunstiger uitkomst zou leiden, tôt een bedrag, gelijk aan het totaal van de eerstvolgende twee periodieke verhogingen welke voor hem gelden, een en an- der met dien verstande, dat de som van het salaris en de huwelijkstoelage niet mag stijgen boven het maximum van de voor hem geldende salarisschaalen dat door de toekenning van de huwelijkstoelage de wedde nimmer meer mag bedragen dan f 521,per maand voor een 1e klasse standplaats en 511, voor een 3e klasse standplaats. 2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwelijke ambtenaar van ten minste 21 jaar, die gehuwd ge weest is en niet is hertrouwd. 3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand waarin de aanspraak ingevolge het eerste dan wel tweede lid is ontstaan. 4. De ambtenaar die een ambt bekleedt hetwelk naar het oordeel van burgemeester en wethouders als nevenbetrekking is te be- schouwen, heeft uit dien hoofde geen aanspraak op de in dit artikel bedoelde toelage, tenzij hij meer dan een van derge- lijke ambten in dienst der gemeente bekleedt en hij daarin voortdurend een volledige dagtaak vindt, in welk geval aah- spraak op de huwelijkstoelage bestaat in het ambt waaraan het hoogste maximumsalaris is verbonden, indien en voor zo- ver de som der aan de ambten verbonden wedden, door de toe kenning van de huwelijkstoelageniet meer bedraagt dan de aan het slot van het eerste lid aangegeven bedragen. 5. De ambtenaar die twee of meer als nevenbetrekkingen te be- schouwen ambten in dienst van de overheid bekleedt, waaron- der een of meer in dienst van deze gemeente, en in de geza- menlijke vervulling daarvan bij voortduring een volledige dagtaak vindt, heeft aanspraak op een gedeelte van de in het eerste lid bedoelde huwelijkstoelageindien en voor zover de som der aan de ambten verbonden wedden, door de toeken ning van de huwelijkstoelageniet meer bedraagt dan d.e aan het slot van het eerste lid aangegeven bedragen. Het gedeelte waarop aanspraak bestaat wordt berekend naar de verhouding van de wedde(n), verbonden aan de ambten die de ambtenaar in dienst der gemeente vervult, tôt het totaal der wedden die hij in overheidsdienst geniet. 6. Het bepaalde in dit artikel is slechts van toepassing voor de ambtenaar wiens salaris in bijlage A is vermeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 47