Àgendapunt no. 5. S t i e n s, 17 mei 1965- Onderwerp Salarismaatregelen. Aan de Raad. Bij circulaire d.d. 15 april j.l., nr. AB./65 U 676, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeentebesturen bericht, welke aanvullende salarismaatregelen er alsnog voor de rijksambtenaren over 1965 zullen worden getroffen, Deze voorzieningen komen op het onderstaande neer: 1. Opneming 0.3% achterstand in de salarissen en uitkering- ineens In de salarisbedragen per 1 januari 1965 werd wel verwerkt de over 1964 gebleken achterstand t.o.v. de ontwikkeling van de zg. regelingslonen in de diverse bedrijfstakken van het particulière bedrijfslevendoch er werd nog geen reke- ning gehouden met de loonstijging in het kader van de onder- nemingsgewijze loondifferentiatieBedoelde loondifferentiati ter grootte van 0.3zal met ingang van 1 juli 1965 in de salarissen worden opgenomen. De als gevolg hiervan te tref- fen herziening van de ambtenarensalarissen zal zo spoedig mogelijk - aldus de circulaire - geschieden. Voor het jaar 1964 en voor het eerste halfjaar van 1965 zal deze achter stand gecompenseerd worden in de vorm van een uitkering- ineens. Voor het jaar 1964 bedraagt de uitkering, lettende op de gemiddelde ingangsdatum van 1 mei 1964, 8/12 x 0.3$ 0.2$, terwijl over het eerste halfjaar van 1965 nog nabe- tàald dient te worden 6/12 x 0.3$ 0.15$. In aanmerking nemende dat de berekeningsbasis voor de vakantieuitkering van dit jaar eveneens 0.3$ hoger had moeten zijn (hetgeen een verschil maakt van ongeveer 0.01$) resulteert de totale uitkering in 0.36$ van het jaarsalaris 2. Huurcompensatie Per 1 mei 1965 zullen de huurcompensatie 1960, 1962 en 1964 (totaal 5.3$) doorwerken in de vakantietoelageoverwerk- vergoedingen enz 17at de vakantieuitkering betreft geschiedt zulks reeds in vrijwel aile gemeenten, omdat ingevolge artikel 25a, lid 2 van het Algemeen Ambtenarenreglement wordt uitgegaan van het begrip ''wedde" waaronder wordt verstaan het salaris, vermeerderd met de emolumenten en toelagen, welke voor de vaststelling van de pensioensgrondslag in aanmerking komen. 3. Mitigatie gemeenteclassificatie Met ingang van 1 juli 1965 zullen voor de toepassing van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 de gemeenten, welke thans ingevolge bijlage H van dat besluit zijn ingedeeld in de derde en vierde klasse overgebracht worden naar de tweede klasse, terwijl de gemeenten ingedeeld in de tweede klasse, nader ingedeeld zullen worden in de eerste klasse. Dit betekent voor de in die gemeenten werkzame ambtenaren een verbetering van respectievelijk f 6,en f 4,per maand

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 31