Agenda punt no. H
Stiens, 3 niei 1965.
Onderwerps
Verordening betreffende
samenstelling, taak en
werkwijze van h et collège
voor de verlening van bijstand.
A an
de Raad.
Gedeputeerde staten hebben ons "bij schrijven van 14 december 1964,
afdeling 2, no. 7, in overweging gegeven u voor te stellen de ver
ordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van het
collège voor de verlening van "bijstand te wijzigen.
De inhoud van dit schrijven luidt als volgts
"De bij besluit van de raad uwer gemeente van 29 mei j.l. vastgestel-
de verordening, regelende de samenstelling, taak en werkwijze van
het collège voor de verlening van bijstand, geeft ons aanleiding
het volgende op te merken:
1De benoeming van de leden van het collège van bijstand vindt
voor de eerste maal plàats vo6r 1 januari 1965 en vervolgens
voor 1 november van het jaar, waarin de verkiezing van de leden
van de raad wordt gehouden.
De leden, die in het per -1 januari 1965 optredende collège
zitting hebben, treden evenwel af voôr 1 oktober van het jaar,
waarin de eerstvolgende verkiezing van de leden van de raad
plaats vindt.
Op het moment, dat het(oude) collège aftreedt, dient het
(nieuwe) collège reeds te zijn geformeerd
In artikel 3, lid 2, ware o.i. derhalve in plaats van "v66r
1 oktober" te stellen "op 1 november". In verband hiermede
ware in lid 3 een bepaling op te nemen, inhoudende, dat het
(nieuwe) collège telkens op 1 november optreedt.
2. Het collège van bijstand vergadert zo dikwijls de voorzitter
het bijeenroept of tenminste 4 leden het verlangen daartoe
kenbaar maken (artikel 4, lid 1
In de gemeentewet is voor het houden van een vergadering van
de raad op verzoek van een aantal leden in gemeenten beneden
de 20.000 zielen een aantal van drie voorgeschreven
Aangezien het onderhavige collège slechts uit 7 leden bestaat,
wordt het houden van een vergadering op verzoek wel bijzonder
moeilijk gemaakt
V/ij geven u in overweging in artikel 4, lid 1, in plaats van
"4" te stellen "2" of maximaal "3".
3. Artikel 5, bepalendewelke bevoegdheden van burgemeester en
wethouders gedelegeerd zijn aan het collège van bijstand, vermeldt
als uitzondering ondermeer de behandeling van en de beslissing
op bezwaarschriften, als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 1
van de wet. De consequentie hiervan is, dat ook Burgemeester en
wethouders in voorkomende gevallen van d% uitspraak van gedepu
teerde Staten in beroep kunnen komen bij/Hlt beroepsrechtdient
o.i. derhalve bij de in artikel 5 genoemde uitzonderingen te
worden vermeld.
4. Ingevolge artikel 11 van de Algemene Bijstandswet kunnen rijks-
groepsregelingen voor personen, die tôt een daarb aangewezen
groep behoren bij algemene maatregel van bestuur worden vastge-
steld ter bepaling van hetgeen in paragraaf 1 en 2 van de wet
is overgelaten aan het oordeel van burgemeester en wethouders.
/"de Eroon. Artikel 43 van do Algemne Bijstandswet, regelende