- 2 - De hiervoor genoemde groepsregelingen zijn voor het bijstand- verlende orgaan, in casu het collège voor de verlening van bij- stand, bindend. De in artikel 5, lid 2, voorkomende zinsnede "voor zover burgemeester en wethouders hebben hesloten dat deze regelingen toepassing zullen vinden" is in strijd met de Alge- mene Bijstandswet en dient derhalve te worden geschrapt. 5. Artikel 6, lid 2, bepaalt, dat het collège van bijstand omirent de ontworpen algemene richtlijnen voor de verlening van bijstand het gevoelen inwint van de commissies, als bedoeld in artikel 32 van de wet. Het van advies dienen terzake van richtlijnen betreffende de verlening van bijstand behoort niet tôt de taak van een speci- aal voor de toepassing van een bepaalde groepsregeling inge- stelde commissie. Artikel 32 van de Algemene Bijstandswet be paalt, dat in de landelijke groepsregelingen regelen kunnen wor den gegeven tôt het instellen en samenstellen van dergelijke commissies, die bij het nemen van sommige of aile beslissingen omirent de verlening van bijstand ingevolge die groepsregeling moeten worden gehoord. Over-' richtlijnen betreffende de verlening van bijstand dient ingevolge artikel 80 van de Algemene Bijstands wet de commissie van advies ex artikel 75 van genoemde wet te worden gehoord. De onderhavige verordening dient derhalve op dit punt te worden herzien. 6. Het collège voor de verlening van bijstand houdt zich bezig met de individuele bijstandsverlening, het voert de hem gedelegeerde bevoegdheden van burgemeester en wethouders uit. De taak van dit collège moet worden onderscheiden van die van een commissie van advies, als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk V van de Alge mene Bijstandswet. Dit orgaan heeft een raadgevende functie Het dient het bijstandsverlenend orgaan onder meer van advies, zowel op verzoek als eigener beweging, betreffende de algemene aspecten van de verlening van bijstand en wordt gehoord over de ontwerpen van gemeentelijke groepsregelingen. Blijkens artikel 7 van de onderhavige verordening is echter aan het collège voor de verlening van bijstand met betrekking tôt de hiervoor genoemde aspecten en groepsregelingen een advise- rende taak toegedacht. Na het bovenstaande zal het u duidelijk zijn, dat deze regeling niet met de opzet van de wet in overeenstemming is. Artikel 7 dient derhalve te worden geschrapt. 7. De taak van de in artikel 32 der wet bedoelde commissies be- staat volgens dat artikel uit het adviseren omtrent concrète beslissingen inzake het verlenen van bijstand. In de artikelen 9 en 16 van de regeling worden deze commissies echter bij de algemene aspecten van het bijstandsbeleid betrokken. Volgens de opzet van de wet is hiervoor de commissie van advies, bedoeld in hoofdstuk V, paragraaf 2, aangewezen. Wij vragen ons af, mede in aanmerking nemende hetgeen in artikel 7 van de verordening is bepaald, of de instelling van een commissie van advies geen aanbeveling verdient. In elk geval kan het bepaalde in de artikelen 9 en 16 niet in stand blijven. Wij verzoeken u aan de raad voor te stellen de verordening over- eenkomstig het vorenstaande te herzien." De onder punt 1 gemaakte opmerking kunnen wij delen. Het is onjuist dat het oude collège aftreedt voor een nieuw collège is gevormd Ook de tweede opmerking is terecht wanneer een vergelijking wordt gemaakt met de bepalingen dienaangaande van de gemeentewet. Het is vanzelfsprekend dat burgemeester en wethouders bij de Kroon beroep kunnen instellen tegen beslissingen van Gedeputeerde Staten naar aanleiding van door burgemeester en wethouders genomen beslis singen en bezwaarschriften.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 57