- 3 - De voorzitter antwoordt, dat dit geschiedt nadat het raadsbesluit onherroepe- lijk is geworden. Hij vraagt de heer Soepboer of deze gevallen weet waann dit niet is gebeurd. In dat geval zou dit kunnen worden doorgegeven aan gemeen tewerken. Er gaat overigens enige tijd inee heen omdat veelal de borden moeten worden gemaakt. De heer Soepboer vindt het geen probleem wanneer zo lang mogelijk wordi, ge- wacht, vooral in die gevallen waarin geen uitzicht is op ontruiming op xorte termijn. In dat geval zou hij liever even willen wachten oradat het voor de bewoners niet aangenaam is een dergelijk opschrift aan de woning te hebben. De heer Soepboer beklemtoont vooral dat onbewoonbaarverklaarde woningen zo spoedig mogelijk worden ontruimd. De voorzitter stelt dat dit ook de bedoeling is» Vooral de meest schnjnende gevallen hebben de aandacht van het collège van burgemeester en wethouders. De heer B.R. Dijkstra vraagt, of na ontruiming toewijzing van een andere woning in dezelfde plaats mogelijk is. De voorzitter zegt, dat een plan in voorbereiding is om tôt verspreide bouw van woningen te komen. De heer Nijdam vraagt, of extra subsidie wordt verstrekt voor ontruiming. De voorzitter antwoordt bevestigend. De gemeenté ontvangt hiervoor een bijdra- ge van het Rijk die is bestemd voor het zogenaamde Krotopruimingsfonds. Uit dit fonds kan de gemeente een bijdrage verstrekken aan hen die een krot ont- ruimen VIethouder Dijkstra merkt op, dat bij het verlenen van een bijdrage wordt ge- let op de financiele draagkracht van betrokkenen. Deze bijdrage wordt niet per woning uitbetaald. Op een vraag vs.n mevr. Stolte antwoordt de voorzitter dat een dergelijke bij drage ook kan worden verleend aan bewoners die een gehuurd krot ontruimen. De voorzitter deelt nog mede dat tegelijk met het dorpshuis te Cornjum een viertaJ woningen zal worden aanbesteed. Zonder stemming besluit de raad de woningen Cornjum 86 en 8? onbewoonbaar te verklaren. 7. Voorstel tôt wijziging van de verordening tôt heffing van opcenten op de hoofdsom van de personele belasting. (bijlage De heer Soepboer vindt dit een moeilijk te verteren punt, vooral nu kort- geleden andere belastingen zijn verhoogd. De A.R.-fractie ziet echter de noodzaak tôt uitvoering van kapitaalswerlcen en zou daarom een voorbehoud willen maken, namelijk door de verhoging ongedaan te maken wanneer de ver- deling van de door het rijk toegezegede 50 millioen dit voor Leeuwardera- deel niet meer nodig maakt. De heer Tolsma_ zegt de x^roorden van de heer Soepboer grotendeels te kunnen onderschrijvenHij vindt het veel gemakkelijker een beslissing over kapi- taalsxirerken zonder meer te nemen dan in het betrekkelijke geval, nu er extra lasten op de gemeentenaren moeten worden gelegd. De maat was bij de vorige verhoging z.i. 'al vol. Dat burgemeester en wet houders hebben gemeend te moeten komen met dit voorstel is een gevolg van de politiek van de vorige regering. Het voorstel is voor zijn fractie in feite onaanvaardbaarHij is van oordeel dat de gemeenten de dupe zijn van de door de regering aangekondigde belastingverlaging. In verband met voren- staande dient de heer Tolsma namens de P.v.d.A.-fractie de volgende motie in s

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 5