De heer Tolsma brengt nogmaals uitdrukkelijk naar voren, dat zijn critiek gericht is tegen de architect, welke de ramingen heeft opgezet. De voorzitter deelt meae, da"t ook he"t collège van burgemeester en wethouders niet gelukkig is met deze gang van zaken, al weet men bij restauraties bij voorbaat al, dat de conséquenties niet te overzien zijn. Spreker kan niet beoordelen of de architect hieraan schuldig is. Er kunnen tijdens de restau- ratie allerlei tegenvallers opduiken, meent hi jwelke niet waren te voorzien. Als dergeli jlce objecten weer aan de orde komen, moeten we ze met schroom be- naderenal valt het van tevoren moeilijk te bepalen wat een restauratie zal kosten. Spreker acht het raadzaam hieromtrent geen te optimistisch standpunt in te nemen. De heer B.R. .Dijkçtra merkt op, dat het gemeentebestuur in dit geval met de rug tegen do muur staat, doch het rnoet z.i. toch mogelijk zijn, dat een architect een betere raming rnaakt. De heer Soepboer informeert of bij de berekening van dit verhoogde subsidie ook rekening is gehouden met de restauratie van het meubilair. Z.i. behoort dit voor rekening van de kerkelijke gemeente te blijven. De voorzitter deelt mode, dat een bedrag van f 9058,84 buiten het subsidie is gelaten wegens restauratie meubilair, electrische verlichting, vloeroe- dekking, waterleiding, e.d. Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met heu terzake door burgc- meester en wethouders gedane voorstel. Verlichting Sillânsreed te Britsum (bijlage 15). De heer Soepboer stelt de ra,ad voor het advies van burgemeester en wethouders niet ter harte te nemen. Over de kosten kan men twisten, aldus sprekei ma?,, de mensen, die daar woonachtig zijn hebben er belang bij. Hij wijst op een z.i. vergelijkbare situâtie aan de Iestdijk aan de kant van het dorp Finkun, waar wel een straatlantaarn is aangebracht. Weliswaar zijn er meer zijwegen, doch niet zo dicht bij de bebouwde kom, volgens spreker, die opmerkt, dat de plaatsing van een lantaarn bij de Sillânsreed tevens de verlichting dichter bij de Brcedijk brengt. Het kostenbedrag speelt, volgens de heer Tolsma, in dit geval^geen roi, doch de consequenties wel. De Iestdijk is een geméenteweg, de Sillânsreed niet. Aan de vorzoeken om a?,n de Weerklank en de Hoge Herenweg straatverlichting aan te brengen is door ons ook niet voldaan. De heer Soepboer opponeertdat de lantaarn in dit geval ook niet aan de SillânsrÔëdTkomt, maar aan de Britsumsrweg, terwijî aan de Juckemastraat wel lantaarns zijn aangebracht. Men zou het kunnen inpassen in het verlich- tingsplan voor Britsum. De voorzitter merkt op, d?.t de Iestdijk een doorlopende gemeenteweg is, ter— wijT hêt~tër~plaatse een gevaarlijk punt is. In het onderhavige geval betreft het een particulière weg, die aansluiting heeft op de Briusumerweg. De ver- lichtingsplannen omvatten alleen de bebouwde koramen. Inwilliging van het ver- zoek schept een precedent voor soortgelijke gevallen. In don dergelijk geval speelt de kostenfactor geen roi, doch het aantal gevallen is met te overzien Voorzieningen op dit punt ligt niet primair op de weg van het gemeentebestuur meent spreker. Bovendien zijn de verlichtingsplannen deskundig opgesteld en ruim opgezet en spreker blijft van oordeel, dat de verlichting van een par ticulière weg niet op de weg ligt van het gemeentebestuur. De heer Soepboer heeft aile waardering voor de verlichtingsplannen, maar be- houdt zijn afwijkende zienswijze ten aanzien van het standpunt van burgemees ter en wethouders. Spreker wijst erop, dat aan de Sillânsreed een drietal gezinnen woont, welke na onderling overleg genegen zijn de helft van de jaarlijkse kosten te betalen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 113