v m rv v - 4 - b. De voorgevels van eengezinshuizen, bedoeld in lid 1, moeten, behoudens het bepaalde sub c, worden geplaatst in de voorgevel rooilijn. c» Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het sub a bepaalde in de volgende situatiess 1Bi j een gebogen bebouwingsstrook (in welk geval een benaderende rechte lijn kan worden toegepast). 2» Bij niet haaks op de bebouwingsstrook staande perceelsoheidingen (in welk geval het gebouw haaks op de perceelsscheiding mag worden ge- bouwd) 3<> Wat betreft de in lid 1 genoemde eengezinshuizen in de bebouwingsklasse III t.a.v. kleine vrijstaande woningen, mits de voorgevelrooilijn aan de wegzijde van het perceel niet door bebouwing wordt overschreden. Burge meester en wethouders zijn bevoegd aan deze ontheffing nadere voorwaarden te stellen. 4» Wat betreft de in lid 1 genoemde eengezinshuizen in de bebouwingsklasse VI, mits de bebouwingsgrenzen aan de wegzijde van het perceel niet door bebouwing worden overschreden. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan deze ontheffing nadere voorwaarden te stellen. Voorgevelbreedte De voorgevelbreedte van de in lid 1 dragen in bebouwingsklasse I II III IV V VI omschreven gebouwen moet ten minste be- 6,5 m 6 m 5 m 5,5 m 5,5 m 7 m 4. Qoothoogte. a. De goothoogte van de in lid 1 omschreven gebouwen moet bedragen in bebouwingsklasse I ten minste II III IV VI b. In verband met ten tijde van de vaststelling van het plan reeds bestaande bebouwing, zijn burgemeester en wethouders bevoegd, de minimaal toegestane goothoogte in de bebouwingsklassen I, II, IV en V te verminderen tôt een minimale hoogte van 2,8 m. 5 m, ten hoogste 6,5 m 4,5 m, 6,5 m 2,8 m, 5,5 m 4,5 m, 6,5 m 4 m, 5,5 m 2,5 m, 4 m 5Perce elbreedte De perceelbreedte van de in lid 1 genoemde gebouwen, dient voor zover betreft vrijstaande woningen, ten minste te bedragen in: bebouwingsklasse i il VI 20 m 14 m 12 m 14 m 20 m tr tt tt tt tt tt tt tt tt tt tr

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 101