Artikel 19» Gronden bestemd voor waterzuivering s in s t allatie
1Bestemming
Op gronden bestemd voor waterzuiveringsinstallatie mag uitsluitend worclen
opgericht bebouwing ten dienste van de zuivering van afvalwater met ïnbegrip
van ten hoogste twee bijbehorende woningen.
2PIaatsing_etc
plaatsing en afmetingen van de bij lid 1 bedoelde bebouwing.
Artikel 20. Gronden besteml voor waterleidingbedri.jf
1Bestemming.
Op gronden bestemd voor waterleidingbedrijf mag uitsluitend worden opgericht-
bebouwing ten dienste van de openbare drinkwatervoorziening met inbegrip van
ten hoogste twee bijbehorende woningen.
2Plaatsing etc
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen t.a.v. de
plaatsing en afmetingen van de bij lid 1 bedoelde bebouwing.
Artikel 21Gronden bestemd voor toekomstige dorpsuitbreiding.
Op gronden, bestemd voor toekomstige dorpsuitbreiding mag geen bebouwing wor
den opgericht alvorens deze bestemming nader in een plan in onderdelen is uit-
gewerkt en dit plan rechtskracht heeft verkregen.
Par. III Bijzondere bepalingen
Artikel 30. Afwijkingsbcvoegdheid
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd geringe veranderingen van het plan toe
te staan, voorzover het gevolg van de definitieve uitmeting van de terreinen.
2. Burgemeester en vrethouders zijn bevoegd, onder goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, op onderdelen van het plan af te wijken, indien het betreft de reali-
sering van een afgerond onderdeel van het plan, toevertrouwd aan de zorg van
êén architect of architectengroep en mits de structurele opzet van het plan
niet wezenlijk wordt aangetast en de belangen van derden niet worden geschaad.
Artikel 31° Ontheffingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om - al dan niet onder door hen te stel
len nadere voorwaarden - ontheffing te verlenen van de bepalingen van het plan,
voor het oprichten van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van open-
baar nut-
Par. IV. Slotbepalingen
Artikel 32. Bestaande gebouwen
1. Geen gebouw mag worden opgericht, indien daardoor of door de ligging, grootte,
vorm en gesteldheid van het bijbehorende perceel, enig ander perceel, terrein
of gebouw, dat bestaat, in een toestand zou worden gebracht welke in strijd
zou zijn met het uitbreidingsplan.
Onder een gebouw dat bestaat, wordt voor de toepassing van dit artikel medé i
verstaan een gebouw, dat kan worden opgericht krachtens een verleende of op
een reeds ingediende bouwaanvrage te verlenen' bouwvergunning.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellep, t.a.Vi;'de,.
T*''