Dit laatste geldt mutatis mutandis voor personeel in dienst van een lichaam als be doeld onder a van lid 1Het bepaalde onder j zal ten aanzien van het onder a t/, d van lid 1 genoemde personeel betekenen dat alsnog toelating kan worden gevraagd door gepensioneerden, wachtgelders, uitkeringgenietenden - en hun weduwen en wescn voorzover behorende tôt personeel, waarvoor de toegetreden gemeente, c.q. het bestuur van het lichaam, bedoeld onder a, toelating heeft verzocht of alsnog ver- zoektresp. de toetredende gemeente bij of na toetreding toelating verzoekt. Bij de wijziging van artikel V wordt de tekst van de aanhef van de betreffende bc- paling aangepast aan de uitbreiding ten aanzien van de toegelaten deelnemers. De wijziging in artikel VIII stelt expliciet dat de storting door de gemeente ook plaatsvinit ten aanzien van toegelaten gepensioneerde deelnemers. Artikel IX. Het in 1952 in artikel 21, lid 1, opgenomen maximum wordt te laag ge- achtOm te voorkomen dat herhaaldelijk tôt wijziging van het artikel ter aanpas— sing van het genoemde bedrag aan gewijzigde omstandigheden moet worden overgegaan, wordt voorgesteld per 1 januari 1966 het maximum te schrappen. De wijzigingen vervat in de artikelen I, VI en VII zijn nodig in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Algemene Burgerlijke Pensioenwet per 1 januari 1966 Wij stellen U voor bijgaande concept-verordening tôt besluit te verheffen. Burgemeester en wethouders van De secretaris, Leeuwarderadeel De burgemeester, F,JKRAM H. HELLINGA

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 49