No.9. De raad. der gemeente LEEUWARDERADEELf overwegende, dat het in de praktijk nodig is gebleken de bestemmingsplannen voor de dorpen StiensHijum en Oude Leije, te wijzigen, alsmede, onder intrekking van de geldende bebouwingsvoorschriften nieuwe bestemmingsvoorschriften vast te stel- len welke zullen gelden voor de bestemmingsplannen van aile dorpen van de gemeente dat de ontwerpen vanaf 11 november 1965 gedurende een maand ter secretarie der gemeente ter inzage hebben gelegen, van welke terinzage legging op de in de wet op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven wijze publicatie is gedaan; dat tijdig op 10 december 1965 door P. Hiddinga te Stiens een bezwaarschrift tegen het plan is ingediend; dat adressant mitsdien in zijn bezwaren kan worden ontvangen; dat de bezwaren van adressant zich richten tegen de in het ontwerpplan gewijzigde bestemming van het hem in eigendom toebehorende perceel, kadastraal bekend gemeen te Hijum, sectie B, no. 2908, van"grond voor agrarische doeleinden met uitzonde- ring van bebouwing" in "grond ten dienste van bedrijfsbebouwing" als gevolg waar— van aan zijn bedrijf ongeveer 3000 m2 zou worden onttrokken, waardoor.^ een rendabele bedrijfsvoering niet meer mogelijk zou zijn; dat een en ander tôt gevolg zou hebben dat adressant geen inkomen uit zijn be dri jf meer zou hebben5 dat overname van een ander bedrijf niet mogelijk zou zijn, omdat daarvoor de nodige middelen ontbreken; dat adressant zijn bedrijf zou moeten staken en waarschijnlijk zou moeten ver- huizen, wat voor zijn moeder, die 73 jaar is en zijn huishouding verzorgt een ramp zou betekenen, omdat zij 40 jaren in de op het perceel staande woning heeft gewoond; overwegende, naar aanleiding van deze bezwaren: dat de in het ontwerp gelegde bestemming van grond voor bedrijfsbebouwing een afronding en afsluiting betekent van de bebouwing ter plaatse en dat reeds uit dien hoofde de in het ontwerp gelegde bestemming niet in het plan kan worden gemist| dat aan terreinen voor bedrijfsbebouwing aan de rondweg grote behoefte bestaat, met name bij bedrijven welke een showruimte nodig hebben, waarvoor elders in de gemeente geen geschikte terreinen zijn gelegen: dat het bedrijf van adressant een zeer klein landbouwbedrijf is; dat toegegeven moet worden dat verlies van landbouwgrond voor een dergelijk be drijf bezwaren meebrengt; dat de bestemming bedrijfsbebouwing weliswaar op het gehele kadastrale perceel is gelegd, maar dat in eerste instantie - adressant gaat daarvan zelf reeds uit niet meer dan 3000 m2 aan het bedrijf zal worden onttrokken; dat mitsdien geen sprake zal zijn van onmiddellijke ontruiming van de op het perceel staande woning en dat zelfs niet het gehele perceel aan het bedrijf onmiddellijk behoeft te worden onttrokken; dat burgemeester en wethouders niet kunnen inzien dat onttrekking van een zo geringe oppervlakte een economische bedrijfsvoering zelfs op dit kleine bedrijf onmogelijk zal maken; dat overigens, indien ter uitvoering van dit plan tôt het bedrijf van adressant behorende gronden aan de huidige bestemming zullen moeten worden onttrokken en tôt aankoop of onteigening moet worden overgegaan, met de financiële belangen van adressant voldoende rekening wordt gehouden; dat deze bezwaren derhalve ongegrond behoren te worden verklaard; gelet op het bepaalde in artikel 25 van de wet op de Ruimtelijke Ordening;

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1965 | | pagina 89