- 2 - Artikel VII. Artikel 18lid 2 wordt gelezen alsvolgt: "De ambtenaar, belast met administratieve en daarmede, naar de indeling in de "bij "artikel 16, lid 1, bedoelde verordening gelijk te stellen werkzaamheden, die is "aangewezen om een ambtenaar, die ingevolge diens indeling in een andere scuaal van "de in artikel 16eerste lid bedoelde verordening een hoger salaris geniet "buiten "het geval van vakantie, volledig te vervangen, ontvangt over de tijd van deze ver- "vanging, mits deze tenminste één maand onafgebroken heeft geduurd, een vergoeding, "berekend naar het verschil tussen het eigen salaris en het salaris dat hij zou ge- "nieten bij bevordering tôt het ambt, waarin hij vervangt." Artikel VIII. Artikel 18, lid 3 wordt gelezen alsvolgt: "De ambtenaar,belast met andere dan de in lid 2 bedoelde werkzaamheden, die is aan- "gewezen om een ambtenaar, die ingevolge diens indeling in een andere schaal der in "artikel 16, 1e lid bedoelde verordening een hoger salaris geniet, ontvangt voor "iedere voile dag dat deze vervanging duurt een vergoeding ten bedrage van 130 "van het verschil tussen het hoogste bedrag der schaal waarin hij is ingedeeld en "het hoogste bedrag der schaal waarin de ambtenaar die hij vervangt is ingedeeld. Artikel IX. Artikel 19» lid 2 wordt gelezen alsvolgt: "De vergoeding voor overwerk, als bedoeld in lid 1, bestaat uit extra verlof gelijk "aan de duur in voile uren van het overwerk, onder toekenning van een beloning in "geld, welke over bedoelde voile uren wordt berekend naar een in het vierde lid "aangegeven percentage van het 1/187 gedeelte van het salaris per maand." Artikel X. Artikel 19» lid 4 (aanhef) wordt gelezen alsvolgt: "Is het verlenen van extra verlof, naar het oordeel van het hoofd van dienst niet "mogelijk, dan bestaat de vergoeding geheel uit een beloning in geld. Deze bedraagt "per uur 1/187 gedeelte van het salaris per maand, vermeerderd met:" Artikel XI. Artikel 19, lid 5 wordt gelezen alsvolgt: "Geen vergoeding voor overwerk ingevolge de voorgaande leden wordt genoten door "ambtenaren, die met de leiding van een dienstvak of een onderdeel daarvan zijn "belast, of die niet onder leiding overwerk verrichten. Aan deze ambtenaren kan "een door burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding worden toegekend» Artikel XII. Artikel 23, lid 3, (aanhef) wordt gelezen alsvolgt: "Voor de toepassing of voortgezette toepassing van het eerste lid worden met in- "achtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in de Dienstplichtwet of in de Wet "voor het reservepersoneel der krijgsmacht en onverminderd het bepaalde in artikel "100 van dit règlement met herhalingsoefeningen gelijkgesteld: Artikel XIII. Artikel 23, lid 3, sub d wordt gelezen alsvolgt: "Het in dienst komen om gehoord te worden omtrent een bij de Kroon of bij de Minis- "ter van Defensie ingediend bezwaarschrift

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 37