Nr. 66/24
De raad der gemeente LEEUWARDERADEELp
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 19665
"b e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tôt wijziAing van de Arbeidsovereenkomstenverordening
dezer gemeente.
Artikel I.
Artikel 2, lid 2 van bovengenoemde verordening wordt gelezen alsvolgt:
"Tenzij de indienstneming geschiedt voor het verrichten van administratieve werk-
"zaamheden, vallen niet onder de bepalingen van afdeling I dezer verordening werk-
"nemers, die voor een période van ten hoogste zes maanden op arheidsovereenkomst
"naar burgerlijk recht in dienst worden genomen;
"a. voor tijdelijke aanpassing van het personeelshestand van een dienst of bedrijf
aan een wisselende behoeftej
"b. als leerling, behoudens toepassing van artikel 5? eerste lid, onder b.
"De in dit lid tôt ten hoogste zes maanden beperkte termijn geldt niet voor die
"werknemers, die krachtens het bepaalde in het K.B. van 12 januari 1966, Stbl. 8
"geen ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet zullen zijn."
Artikel II.
Artikel 5» lid 1, sub f wordt gelezen alsvolgt;
"f. personeel op proef".
Artikel III.
Artikel 5j lid 1, sub h wordt gelezen alsvolgt:
"h. personeel voor de uitvoering van een bepaald, aflopend werk."
Artikel IV.
Artikel 13, lid 3 vervalt.
Artikel V.
Artikel 14licL 1 wordt gelezen alsvolgt;
"De werknemer, die als militair in werkelijke dienst is, alsmede de werknemer, die
"hetzij op grond van een vrijwillige verbintenis, hetzij na ingevolge artikel 80
"van de Wet op de noodwachten te zijn opgeroepen als noodwachter, of als vrijwilli-
"ger in de zin van artikel 2, eerste lid onder a of b van het Besluit Rechtstoe-
"standregeling reservepolitie dan wel van artikel 4 van het Besluit Monumentenwacht
"in werkelijke dienst is, wordt geacht met verlof te zijn. Hij behoudt over de tijd
"van deze werkelijke dienst het genot van het aan zijn betrekking verbonden loon
"voor zover die dienst wordt vervuld gedurende het aan hem verleende vakantieverlof
"Overigens vinden ten aanzien van het behoud van genot van loon voor de in militaire
"dienst zijnde werknemer de artikelen 21 tôt en met 23b en voor de werknemer die als
"noodwachter of als vrijwilliger in de zin van artikel 2, eerste lid, onder a of b
"van het Besluit Rechtstoestandregeling reservepolitie dan wel van artikel 4 van
"het Besluit Monumentenwacht werkelijk dienst doet artikel 23d, leden twee en drie
"van het Algemeen Ambtenarenreglement overeenkomstige toepassing."
