- 2 - Daarna hebben wij een bijeenkomst belegd met de te Finkum woonachtige ouders, de oudercommissies en de hoofden, teneinde het onderwerpelijke probleem en met name het eventueel nemen van een maatregel als sub c bedoeld, ook in deze bredere kring te bespreken. Reeds aanst nds bleek, dat de meningen te dezer zake nogal uiteen liepen. Naast uitgesproken tegenstanders var een dergelijke grenswijziging waren r even duidelijkevoorstanders terwijl voorts een middengroep de indruk maakte, een zodanige maatregel niet zonder meer toe te juichen, doch begrip voor de wenselijkheid c.q. noodzakelijkheid daarvan te kunnen opbrengen. De voornaamste bezwaren, welke door de tegenstanders werden aangevoerd, laten zich alsvolgt omschrijvens 1Men is op Stiens georiënteerd; daar doct men boodschappen en neemt men deel aan het gemeenschapsleven. Met Hijum heeft men weinig contact. 2. De kinderen zwemmen te Stiens. 3« Het (soms tweemaal) moeten oversteken van de drukke verkeersweg door de vaak nog zeer jonge kinderen. 4« Men acht in het algemeen de kwaliteit van het onderwijs aan een grote school beter dan aan een kleine. 5* grotere kinderen kunnen de kleintjes meenemen naar de kleuterschool Onze reacties op deze bezwaren zijn de volgende; 1. Wij kunnen niet inzien, dat een zekere georiënteerdheid op Stiens een wezen- lijkc hinderpaal kan vormen voor het schoolgaan te Hijum. Het blijft zowel voor ouders als voor kinderen volledig mogelijk, desgewenst deel te nemen aan het verenigingsleven te Stiens. De afstand zowel tussen Finkum en Hijum als tussen Finkum en Stiens vormt te dezer zake geen belemme- ring. Hetgeen men van de middenstand nodig heeft wordt veelal, indien men daar prijs op stelt, thuisbezorgd. Bovmdien komen ook de ouders indien de band met Stiens zo hecht is, ongetwijfeld zelf regelmatig in dat dorp. Zodra de kinderen de lagere school hebben verlaten moet men het ook anders oplossen. 2. Ook thans reeds komen vele kinderen en volwassenen uit zeer wijde omgeving (ook van buiten de gemeente) regelmatig naar het Stienser bad. Wij kunnen niet inzien, dat deze mogelijkheid voor de Finkumers niet meer aanwezig zou zijn. 3. De verkeersintensiteit op de weg Stiens - Hijum mag inderdaad niet worden onder- schat. Bovendien wordt deze weg meestal zeer snel bereden. Wat het uitzicht betreft is het oversteken te Finkum zonder twijfel aanzien- lijk gevaarlijker dan te Hijum, aangezien de brug over de Finkumervaart vlak ten noorden van de kruising een hinderlijk obstakel vormt. De oversteelc te Finkum moet echter altijd worden gemaakt, ook als men naar Stiens gaat. Overwogen kan worden, een zekere markering van de oversteekplaatsen aan te brengen. In combinatie met de gebruikelijke waarschuwingsborden kan deze de veiligheid ver— hogen Zelfs zou de mogelijkheid onder ogen kimnen worden gezien in samenwerking met de rijkspolitie enkele verkeersbrigadiertjes op te leiden, die aan het over steken leiding kunnen geven. 4. Met de stelling, dat het onderwijs ran grote scholen in het algemeen kwalita- tief beter zou zijn dan aan kleine scholen kunnen wij het niet eens zijn. Wij hebben te dezer zake de mening gevraagd van de inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Leeuwarden, die verklaarde, die zienswijze evenmin te kunnen delen. Hij s^aat de kleinere en kleinste scholen in zijn inspectie zeker niet lager aan dan de grote. "Goede en minder goede scholen vindt men" - aldus de inspecteur - "in aile categorieën"

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 47