fil °ntsl®« ^at, behoudens de mogelijkheid van opschorting als in de in het V bedoelde verordening voorzien, in op de eerste dag van de maand berfikt6 waarin de in het eerste lid bedoelde leeftijdsgrens wordt ''3. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend onder toekenning van een uitkenng al s geregeld in de verordening bedoeld in het eerste lid. Artikel 104. JJ1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend wegens opheffing van zijn be- °f w®gens verandering in de inrichting van het dienstvak waarbij hij is of van andere dienstvakken, danwel wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend. l'2* ontslag wegens verandering in de inrichting van een of meer dienstvakken wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten geschiedt, tenzij de be- vfn d® dlenst zich daartegen verzetten, het ontslag van de ambtenaren m de volgende rangorde: a. zij die dit wensen? b. de gehuwde vrouwelijke ambtenaren, tenzij zij de kostwinster zijn van een gezmj C* u^6^8611 werkelijke diensttijd van 35 of meer jaren hebben, waarbij ongehuwden, die geen kostwinner van een gezin zijn, voor de overigen en m beide groepen ouderen in leeftijd vô6r jongeren gaan; zij, die de leeftijd van 35 jaren nog niet hebben overschreden en niet maanden of langer gehuwd of kostwinner van een gezin zijn, te beginnen met hen, die het geringst aantal dienstjaren hebben? e. zij, die het geringst aantal dienstjaren hebben. 3. Indien de omvang van de voorgenomen afvloeiing daartoe aanleiding geeftge schiedt deze naar een bepaald vooraf vastgesteld plan. Over dit plan wordt overleg gepleegd in de commissie, bedoeld in artikel 116, lid 1. Daarna wordt het aan de betrokken ambtenaar medegedeeld. 4. Indien aan een ambtenaar op grond van dit artikel ontslag wordt verleend, wordt een opzegtermijn van drie maanden in acht genomen. 5- De ambtenaar, wie ontslag is verleend op grond van dit artikel verkrijgt met ingang van de datum van ontslag aanspraak op een uitkering krachtens de Wachtgeldverordening danwel krachtens de Uitkeringsverordening al naar gelang de bepalingen dezer verordeningen. Artikel 106. Ontslag kan aan de ambtenaar, tevens ambtenaar in de zin van de Algemene Burger- ijke pensioenwet, worden verleend op grond van het geraken door ziekten of ge reken m een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekkmg, blijkende uit een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de Algemene Burgerlijke pensioenwet. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend. Een ontslag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt niet verleend alvorens de terzake van het geneeskundig onderzoek door de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds genomen beslissing onherroepelijk is geworden. Ontslag kan aan de ambtenaar, krachtens het bepaalde in artikel B7 van de Algemene burgerlijke pensioenwet geen ambtenaar in de zin dezer wetworden verleend op grond van .het geraken door ziekten of gebreken in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking, blijkende uit een geneeskundig onderzoek als bedoeld in de artikelen 39 of 40.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 67