- 8 -
voorzitter bevestigt âat. Hij wil nog opmerken dat een référendum iets
anders is dan belanghebbenden horen.
In Finkum is naar de mening gevraagd. De raad moet beslissen.
De heer Huizenga; "Misschien was een vrijwillige oplossing mogelijk geweest".
De voorzitter"U weet wel dat verschillende ouders zich bij voorbaat bij de
beslissing van de raad zouden neerleggen. Maar de raad moet besluiten.
Daarop wacht men"
De heer Huizenga zegt, dat de voorzitter weliswaar zegt dat het zo moet,
maar er zijn ouders die hun belang zoeken. Hij kan dat wel begrijpen.
De voorzitter zegt, dat dat zo zou zijn indien er verschil in school was.
Dat is hier evenwel niet aan de orde. Natuurlijk is het voor de ouders wel
gemakkelijk dat de kinderen in Stiens boodschappen kunnen doen, maar dat
heeft met de kwaliteit van het onderwijs niets te maken.
Wethouder Zondervan wil nogmaals stellen dat niet uit het oog mag worden ver—
loren, dat het hier ook gaat om het al of niet bestaan van de Hijumerschool.
De heer Huizenga vraagt of het verkeersprobleem al opgelost is.
De voorzitter zegt, dat het geen gewoonte van burgemeester en wethouders is
om op raadsbeslissingen vooruit te lopen.
De heer Huizenga; "Burgemeester en wethouders stellen het belang der school
boven de belangen van de leerlingen"
-^e voorzitter ontkent dit en zegt dat het gaat om het belang van de leerlingen
van het openbaar onderwijs.
De heer van der Ploe,s; zegt dat het voorstel van burgemeester en wexhouders
zakelijk wel in orde is. Menselijk heb ik bezwaren, aldus spreker.
De voorzitter zegt, dat aile bezwaren slechts indirect met de onderhavige
wijziging van de schoolgrens te maken hebben.
De heer de Swart vraagt zich wel af hoe de zaak zich in de toekomst zal ont-
wikkelen. Hij is op dit punt niet zo gerust. De baaksters hebben het ook
helemaal niet druk. Hij heeft de indruk dat die nog meer angst voor de pil
hebben dan de paus.
Mevr. Bi,j 1 sma zegt, dat indien Hijum geen levensvatbaarheid heeft, niet aan
een wijziging van de schoolgrens moet worden begonnen. Het kan natuurlijk mee-
vallen. Voor de school te Stiens ziet zij in elk geval geen problemen.
De heer Nijdam is van mening, dat de emoties een te grote roi hebben gespeeld.
We moeten uitsluitend het punt zien waarom het gaat. Anders komen we er niet
uit.
Mevr. Stolte wil niet besluiten. Burgemeester en wethouders hebben naar haar
mening voldoende tijd gehad. Wij moeten nu in korte tijd beslissen, aldus
spreekster. Zij is daartoe niet bereid. Daarbij komt nog dat bij de gehele
voorbereiding van deze zaak naar haar mening de démocratie geweld is aangedaan.
De voorzitter zegt, dat de feiten niet eerder bekend waren. De zaak is zo
spoedig mogelijk voorbereid ook al in verband met het nieuwe schooljaar. Hij
kan niet inzien waarom de démocratie geweld is aangedaan. Dit verwijt wil hij
dan ook niet accepteren.
Mevr. Stolte zegt, dat de feiten in 1965 al bekend waren.
De voorzitter zegt, dat toen de conclusie was, dat er geen haast was.
Mevr. Stolte zegt, dat toen de ouders bericht hadden moeten hebben.
De voorzitter; "Toen er nog niets hoefde te geschieden? De situatie was immers
niet verontrustend"