-15 - 3. Komt bij het dcrpsiauis te Cornj'um een straatlantaarn? De voorzitter beantwbordt de vragen als velgt: 1Dit zal worden doorgggeven aan de dienst van gemeentewer- ken. 2. Dit is wel mogelijk mits voo.r de werbouw een bouwvergunnine wo2j$t varieend. 3» Dit is wel de bedoelimg. Het zal worden doorgegeven aan de dienst van gemeente werken. De heer Sppn vraagt of b± j" indiening van een voorstel door de leden van de raad de ondertekenaars achter het voorstel moe- ten staan. De voorzitter antwoordt dat dit afhangt van het feit wat het voorstel beoogt. Betreft het een voorstel tôt het in behan- deling nemen van een bapaald .onderwerp, dan is het uiteraard met nodigudat de ondertekenaars gelijk over de materie den- ken. Wor;dt evenwel beoogd een bepaalde zaak dftor de raad te laten aannemen, b.v. he-t geven van een bepaalde naam aan een bepaalde straat, dan dienen de ondertekenaars het onderling eens te'Zijn. Verder stelt. .de heer S pan de volgende vragen: 1. Is het mogelijk maatregelen te treffen om te voork»men dat de vcormalxge hàven te d'elsum als vuilstërtplaats wordt ge- bruikt? rrïr' 2. Moet een onbewoOnbaarverklaarde woning van een bord worden voopzien? Spreker acht- dit bijzonder onplezierig voor de bewoners) 3. Is de mogelijkheid voor het bouwen van bejaardenwoningen te Cornjum al bezieh? De voorzitter beantwoordt deze vragen als volgt: 1?6Î vriJwel onmogelijk vast te stellen déôr wie ip de etreffende plaats vuil wordt gestort, zodat het moeiliik is momenteel effectieve tegennaatregelen te nemen. Bùrge- meester en_wethouders beraden zich echter op een regeling waardoor dit euvel tôt een minimum kan worden beperkt. 2. heze vraag moet bevestigend worden beantwoord. 3. Deze mogelijkheid is reeds bezien. Evenwel is deze bouw m dit stadium niet te realiseren. Enerzijds hangt dit samen met het voor 1967 aan de gemeente tee te wijzen con tingent, anderszi.ids spelen ook financieringspreblemen mee. Met is namelijk voor de w^ningstichting niet msgelilk de ontbrekende 1 Cf/e te financieren. Nadat de heer k^lsma heeft geconstateerd, dat, z« dit im- mer het geval is geweest, de leden die hebben deelgenemen aan de laatste rondvraag toch wel het bewijs hebben ^e- ever dat opheffmg van deze rondvraag heogst noodzakeliik was sluit de voorzitter op dinsdag 8 november emstreeks i.4o uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad vëo-rnoemd, m zijn openbare vergadering van7 aemper 1966 r ecretaris De voorzj/fter (P.J. Kram) V(H/Hellinga)

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1966 | | pagina 29