Artikel 8.
1. De commissie ziet erop toe dat de in artikel 1 "bedoelde eigen-
dommen door de daartoe gerechtigden worden gebruikt overeen-
konstig de bestemming.
2. Hiertoe ins^ecteert de commissie deze eigendommen tenminste
éénmaal per oaar.
3. Het resultaat van deze inspectie wordt binnen twee vveken
hierna schriftelijk aan burgemeester en wethouders medegedeeld.
De commissie adviseert het collège van burgemeester en wethou
ders inzake het gebruik en het onderhoud van de in het vorig
artikel bedoelde eigendominen.
De commissie kan te allen tijde, ook uit eigen beweging, aan
burgemeester en wethouders voorstellen doen inzake het gebruik
van de eigendommen en in hoeverre de eigendom van bepaalde
onroerende goederen vaiwde gemeente van belang is.
Burgemeester en wethouders gaan niet over tôt het ingebruikge—
ven dereerderbedoelde eigendommen alvorens de commissie te
h-'-bben gehoord.
Aan de commissie wordt de directeur van gemeentewerken als
adviseur en de chef van de afdeling algemene zaken ter secre-
tarie als secretaris toegevoegd.
Artikel 9*
Artikel 10.
Artikel 11
Artikel 12.
Artikel 13
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1967.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn openbare vergadering van7
30/>december 1966.
d,e secretaris, da voorzitter?,
(l.J. Kram)
(HrHellinga)
In tweevoud toegezonden aan Gedeputeerde Staten op -2 jan 1967