- 3 -
6. Benoeming leden beroepscommissies (voorstel 66/126).
De heer B. Dijkstra stelt voor uit de twee grootste fracties samen twee
leden te benoemen en uit de vier kleine fracties ook één lid. Voor de
A.R. fractie stelt hij de heer Soepboer voor.
De heer Tolsma onderstreept de door de heer Dijkstra geuite gedachte en
stelt voor de fractie van de P. v.d. A. de heer Kuipers voor.
Hierna wordt tôt een schriftelijke stemming overgegaan.
Op de heer Soepboer worden 9 stemmen uitgebracht, op de heer Kuipers 7,
op de heer Tolsma 2, op de heer Nijdam 2, op mevrouw Bijlsma 3» op de
heer De Swart 1, op de heer Span 5 en op de heer B. Dijkstra 1 stem.
De heer Soepboer en de heer Kuipers blijken derhalve te zijn gekozen.
De uitslag van een volgende vrije stemming is als volgt:
De heer Span 5 stemmen, mevrouw Bijlsma 4 stemmen en de heer De Swart
1 stem.
Vervolgens vindt een herstemming plaats tussen de heer Span en mevrouw
Bijlsma. Hierbij worden 6 stemmen op de heer Span en 4 stemmen op me
vrouw Bijlsma uitgebracht, zodat eerstgenoemde is gekozen (besluit 66/108).
7» Benoeming één of meer commissies voor het nazien van de gemeenterekeningen
over de jaren 1962, 1963 en 1964.
De voorzitter deelt mede, dat de rekeningen over 1962 en 1963 door het
verificatiebureau worden gecontroleerd, terwijl aan de rekening over het
jaar 1964 wordt gewerkt.
Hij zegt dat het mogelijk is voor aile rekeningen (dus ook voor die van de
gemeentelijke sociale dienst) een aparté commissie te benoemen.
De raad zou overigens ook kunnen besluiten voor aile rekeningen één com
missie te benoemen, tervàjl ook bijvoorbeeld voor de gemeente-rekeningen
over 1962 en 1963 één commissie zou kunnen worden ingesteld en een andere
commissie voor de gemeenterekening over 1964 en voor de rekeningen van de
gemeentelijke sociale dienst.
De heer Tolsma vindt de tijd, besteed aan het nazien der rekeningen, ver-
loren tijd. Hij ziet dit alleen als een formaliteit.
De voorzitter brengt naar voren dat de raad door het nazien een beter in-
zicht verkrijgt in het beleid van het collège van burgemeester en wethou-
ders dan bijvoorbeeld door middel van het vaststellen van de begroting c.q.
wijzigingen van de begroting.
De heer B.Di.~)kstra deelt de mening van de heer Tolsma. Spreker is van
oordeel dat voor de manier waarop de voorzitter zich het nazien voorstelt
één middag te kort is.
■^e v°o^zitter verduidelijkt dat de commissie één of meer onderdelen uit het
geheel zou kunnen lichten. Immers heeft de financiele contrôle reeds door
het verificatiebureau plaatsgehad.
Overigens vindt de voorzitter dat het rapport van die dienst ook al een
soort handleiding kan zijn voor het nazien.
De door de voorzitter gemaakte opmerkingen hebben volgens de heer Tolsma
een beter licht op de zaak geworpen.
De heer Nijdam merkt op dat het wel nuttig kan zijn eens achter de scher-
men te zien.
Mevrouw Bijlsma betwijfelt het nut van het nazien nu de rekeningen be-
trekking hebben op reeds lang vervlogen jaren. Zij vraagt of de rekeningen
niet eerder ter vaststelling aan de raad kunnen worden aangeboden.
voorzitter geeft toe dat het wel laat is. Getracht zal worden de reke
ning over 1965 voor de komende zomer ter vaststelling aan te bieden en die
over 1966 voor 1968.
Overigens is Leeuwarderadeel niet de enige gemeente die laat is met deze
vaststelling.