Nr. 67/90
De raad der gemeente Leeuwarderadeel5
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 13 november 1967?
gelet op de artikelen 6, 8, 16, 18, 20, 21, 22 en 45 van de Drank- en Horecawet
en de artikelen 168, 199, 203, 205 en 206 van de gemeentewet?
gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in de provincie Friesland
(advies dd. 30 oktober 1967) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland
(advies dd. 30 oktober 1967)?
besluit;
vast te stellen de navolgendes
Drank- en Horecaverordening.
Hoofdstuk I Algemene Bepalingen.
Artikel 1.1.
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder;
a. de Wet; de Drank- en Horecawet?
b. horecabedrijfs een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a,
van de wet?
c. cafébedrijf en restaurantbedrijfhetgeen daaronder wordt verstaan in respec-
tievelijk de artikelen 3 en 6 van het Besluit vestigingseisen Drank- en Horeca
wet
d. horecawerkzaamheideen werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder
c, van de wet?
e. lokaliteit; hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder b,
van het besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet?
2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de
niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.
Artikel 1.2.
De artikelen 1 t/m 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze verordening van
overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 2. Beperking verstrekking sterke drank.
Artikel 2.1.
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrek-
ken in een inrichting:
a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren,
zoals belegde broodjes, patates frites en croquetten worden verkocht?
b. die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.
Artikel 2.2.
Het is verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse
te verstrekken in een inrichting;
a. waarin onderwijs, niet zijnde dansonderwijs wordt gegeven?
b. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij
jeugdorganisaties of - instellingen;
c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij
sportorganisaties of - instellingen?
d. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een
openbaar vervoerbedrijf