Nr. 67/94 De raad der gemeente Leeuwarderadeel gezien het verzoek van het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwardera deel", gevestigd "te Leeuwarden, dd. 26 oktober j.l., bij Koninklijk Besluit van 10 maart 1914, no. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting werkzaam, om; a. voorschotten uit de gemeentekas voor de bouw van 20 woningwetwoningen te Stiens; b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit het exploitatie, van deze woningen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 20 november j.l.5 overwegende, dat aan woningen, als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze gemeente inderdaad dringende behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet is te verwachten, dat van particulière zijde in deze behoefte zal worden voorzien; gelet op artikel 60 van de Woningwet en de Beschikking geldelijke steun toegelaten instel-lingen; besluit; A. onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen geldelijke steun; I. aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor het onder- havige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands 4$ per jaar be- draagt, een tweetal voorschotten uit de gemeentekas te verstrekken voor de financiering van de stichting van 20 woningwetwoningen te Stiens, t.w. 1e. een grondvoorschot van ten hoogste drie en zeventigduizend zes honderd en vierenveertig gulden f 73644, 2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten hoogste vijfhonderd zes en twintig duizend drie honderd en tachtig gulden en acht- en zeventig cent, (f 526.380,78); zulks onder de navolgende voorwaarden; a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschot, moet door de instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 75 respectievelijk 50 jaren annuiteiten worden voldaan, groot 4,223$ respectievelijk 4,656$ van de werke- lijk verleende voorschotten, hiervoor genoemd onder I sub 1e en 2e; b. de annuiteiten onder a bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de dagen, nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in verband met het tijdstip of de tijdstippen, waarop de voorschotten zullen zijn uitbetaald; c. bij faillissementof bij ontbinding of ontheffing der instelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nageleefdworden de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorderbaar d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van tweeduizend gulden (f 2000, waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt ver vreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, 00k na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aansprake— lijk zullen zijn; onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreem ding of bezwaring niet als geldig te erkennen; e. de gemeente zal, zolang de voorschotten niet geheel zijn afgelost, met goed keuring van gedeputeerde staten, ofbij weigering, met Koninklijke goedkeuring, het recht hebben aile bezittingen met de voorschotten verkregen, met de daar op rustende lasten en verplichtingen en aile schulden der instelling, voor zover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen betalmg van een bedrag, door gedeputeerde staten goedgekeurd of, bij weigering, door de Koningin vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de ver- werving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1967 | | pagina 55