- 2 -
Artikel 5.
Tarief
1. Het schoolgeld bedraagt per leerling f 48,per schoolgeldjaar.
2. In aile gevallen, waarin het schoolgeld ingevolge de bepalingen van deze - erorde-
ning per maand moet worden berekend, geschiedt zulks naar het tarief van f 4,
per maand, dan wel naar f 2,per maand, indien met toepassing van artikel 6 gezinc
reductie is verleend.
Artikel 6.
Reductie.
Indien meer dan êén kind uit hetzelfde gezin een openbare of van rij swege gesubsi-
dieerde bijzondere kleuterschool bezoekt, wordt het volgens het vorige artikel ver—
schuldigde bedrag op een daartoe strekkend verzoek van de schoolgeldplichtige voor
het tweede en volgende kind verminderd met de helft.
Een zodanig verzoek moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders.
Artikel 7.
Tussentijdse inschrijving.
Van een leerling, die in de loop van het schoolgeldjaar wordt ingeschreven, wordt
schoolgeld berekend over zoveel maanden - de vacanties inbegrepen - als na de in—
schrijving in het schoolgeldjaar over zijn. Een gedeelte van een maand wordt daar-
bij voor een gehele maand gerekend, behoudens indien over deze maand reeds op een
andere school met voile schoolgeld is voldaan blijkens een schriftelijke verklaring
van het gemeentebestuur, het schoolbestuur of het hoofd dier school.
Artikel 8.
Ontheffing van het schoolgeld.
Indien een kind in de loop van het schoolgeldjaar, als leerling van de school wordt
afgeschreven, wordt ontheffing verleend over zoveel voile maanden, als er nadien nog
in het schoolgeldjaar overblijven.
Indien een leerling wegens het sluiten van de school deze anders dan wegens vacantie,
gedurende langer dan een maand achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ambtshal\e
ontheffing van schoolgeld verleend over zoveel voile maanden, als de school gesloten
is geweest#
Artikel 9
Vrijstelling van betaling.
Op verzoek van de schoolgeldplichtigen wordt door burgemeester en wethouders van de
gemeente, waar zij wonen, vrijstelling van de verplichting tôt het betalen van school
geld verleend, wanneer hun totale wekelijkse inkomsten liggen beneden een bedrag van
f 128,indien het gezin uit twee personen bestaat.
Deze norm woBft voor het eerste, tweede en derde gezinslid meer met f 8,50 en voor
de overige meerdere gezinsleden met f 12,per persoon verhoogd.
Onder de totale wekelijkse inkomsten worden in deze verordening verstaan de gezamen-
lijke inkomsten van aile leden van het gezin, daaronder begrepen de kinderbijslagen
die onder welke benaming ook kunnen worden ontvangen. Betalingen op grond van de Al-
gemene Bijstandswet worden voor de toepassing van deze verordening als inkomsten be-
schouwd.
Onder gezinsleden worden verstaan de ouder, voogd of verzorger, de bij hem inwonen-
de echtgenote, alsmede zijn bloed- en aanverwanten in de eerste graad, die volledig
in het gezinsverband zijn opgenomen.
Een verzoek om vrijstelling, als bedoeld in het eerste lid, moet de ter beoordeling
van het verzoek benodigde gegevens betreffende de inkomsten van de verzoeker bevatten.
