- 4 - Artikel 14. Toepassing artikelen 291-295 van de gemeentewet. Bij nalatigheid in de betaling van het verschuldigde schoolgeld geschiedt de in- vordering krachtens het bepaalde bij de artikelen 291 tôt en met 295 van de ge meentewet. Artikel 15. Toerekéning en afschrijving vah de betalingen. i)e toereketting eh afeohrijving van de betalingen geschieden in de navolgende orde: a* op de kosten van vervolging, zo deze verschuldigd zijn§ b. op de oudste van de openstaande aanslagen of termijnen. Artikel 16 Verwijiering van een leerling bij achterstallige betaling. Heeft de voldoening van het verschuldigde schoolgeld niet tjjdig plaatsgevonden, dan doet de ontvanger der gemeente aan burgemeester en wethouders een opgave toekomen van de namen van leerlingen voor wie het verschuldigde schoolgeld niet is voldaan, zoveel mogelijk met vermelding van de reden. Burgemeester en wethouders kunnen be- palen, dat deze leerlingen de toegang tôt de school wordt ontzegd. Zij worden niet meer tôt de school toegelaten, al-vorens burgemeester en wethouders aan het hoofd van de school hiervoor toestemming hebben verleend. Artikel 17 Afschrijving wegens onvermogen. Indien de schoolgeldschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar het schoolgeld of het voile schoolgeld te betalen, kan het schoolgeld door burge meester en wethouders geheel of gedeeltelijk worden afgeschreven. De afschrijving, bedoeld in het vorige lid wordt slechts verleend op schriftelijk verzoek van de schoolgeldschuldige. Op dit verzoek wordt niet beslist alvorens de ontvanger der gemeente is gehoord. Artikel 18 SI o tb ep al ing en Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordeningéchoolgeld kleuteronderwijs 1968". Zij wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 1968. Op die datum vervalt de "Verordening schoolgeld kleuteronderwijs 1956" vastgesteld bij raadsbesluit van 29 augustus 1957, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 26 novem- ber 1957 no. 6, zoals die verordening sedertdien is gewijzigd. Zij blijft echter van kracht voor aanslagen, over hieraan voorafgaande jaren. Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 22 februari 1968, De secretaris, De voorzitter, navolgende koatem (oijïSJ^baeis van begroting 1,968 exclj^f kapfW»- (P.J. Kram)^x jf (H. Hellinga) N. s v In zesvoud gezonden aan Gedeputeerde Staten met het verzoek, om te willen bevorderen dat op deze verordening de Koninklijke goedkeuring wordt verkregen. t/s

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 81