Agendapunt 14
Voorstel 68/22
S t i e n s, 12 februari 1968.
Onderwerp
Wijziging verordening reinigings
rechten en wegbelasting.
Aan
de gemeenteraad.
In de aanbiedingsbrief van de gemeente-begroting voor het dienstjaar 1968 werden
door ons voorstellen aangekondigd tôt wijziging van de verordening op de hef
fing van reinigingsrechten. Zoals wij daarbij opmerkten lag het in het bij—
zonder in de bedoeling maatregelen te treffen tegen hier en daar opduikende
vuilstortplaatsen, voornamelijk veroorzaakt door inwoners die niet zijn aan-
gesloten bij de reinigingsdienst.
De maatregelen zouden kunnen zijn:
a. de invoeging van een bepaling in de algemene politieverordening, krachtens
welke het verboden is, in de gebieden waar de reinigingsdienst komt, zich
op andere wijze van het huisvuil te ontdoen, dan door middel van aflevering
aan deze reinigingsdienst.
b. het heffen van een verplichte bijdrage in de kosten van de reinigingsdienst.
Zoals u bekendvindt de heffing van de reinigingsrechten thans plaats op
grond van een zogenaamde retributieverordening, d.w.z. dat een bijdrage wordt
gevraagd voor bewezen diensten. Het is niet mogelijk inwoners die geen ge—
bruik van de dienst maken, te laten meebetalen in de kosten.
Dit laatste nu zou eigenlijk moeten geschieden.
De niet bij de dienst aangesloten inwoners geven immers de meeste problemen.
Zoals gememoreerd geeft de huidige retributieverordening daartoe geen enke-
le mogelijkheid.
Hoewel wellicht ook de invoering van de hierboven bedoelde strafbepjîling zin
zou kunnen hebben, menen wij toch de voorkeur te moeten geven aan het heffen
van een verplichte bijdrage in de kosten van de dienst, althans van die per-
celen welke liggen binnen het gebied of de gebieden waar de reinigings
dienst het vuil ophaalt.
In de thans voor u liggende verordening is deze gedachte uitgewerkt.
Zoals u moge blijken gaat het in feite om een wijziging van de verordening op
de heffing van een wegbelasting, in die zin dat de percelen, die zijn gelegen
binnen de kring, waar het vuil van gemeentewege wordt opgehaald, extra wor—
den belast met een bedrag van f 30? voor welk bedrag dan het huisvuil in
maximaal twee emmers mag worden aangeboden.
Het gaat hier dus om een zakelijke belasting die verschuldigd is door de
zakelijk gerechtigen.
In het algemeen betekent dit dat de aanslagen worden opgelegd aan de eigenaren.
In het kader van de huurliberalisatie kunnen de kosten op de huurdeï® worden
verhaald. Indien u besluit tôt vaststelling van de nieuwe weg- en reinigings-
belasting zullen wij de betrokken eigenaren tijdig inlichten teneinde hen
in staat te stellen de huurders in te lichten.
Krachtens de nieuwe verordening wordt een billijke bijdrage gevraagd in de
navolgende kosten: (cijfers op basis van begroting 1968 exclusief kapitaals-
lasten)
