ses ses - -
- 3 -
Van het raadslid de heer W.J. Nijdam zijn de volgende vragen ingekomen:
«Is het u bekend dat de sloot, welke parallel loopt met het stadspad in een dus-
danige staat is, dat het rioolwater er in blijft Btaan en zodoende een open
riool vormt met aile kwalijke gevolgen van dien? aanleeeen r et weten
laïlïtrband met het bespoedigen van de opraiming van de privaattonnen het een
en ander zo gauw mogelijk moet worden verholpen.
Haar aanleiding van deze vragen merken wij het volgende op:
De toestand van de sloot langs het Stadspad is slecht, doordat de bewoners of
sf^^rust bii de eigenaren van de aanliggende per-
De^aansluiting van de afvoer van een oloset ret, ^f^jf^eohte^go^sou
achter deze woningen ligt, of op bovengenoemde sloot, die dan echt g
moeten worden opgeschoond.
Het liât in de bedoeling een riolering in het Stadspad te leggen, sodra ">et *lle
eigenaren overeanstemming over dese overdraoht is bereikt en de stand van de ge-
meSte-finonciën aanleg^van de wegverbetering Cornjum-Britsum mogeUok maakt.
Dan pas is een goede afvoer van het rioolwater veraekerd.
Van het raadslid de heer Sj. Span zijn de volgende vragen ingekomen:^
"a Hwerom binne de strjitnammehuordtsjes yn plan West wer twataelich?
b' Mme B en W net fîn betinken dat forkears- en reklamebuorden sa pleatst
S moatte dat se giin gefaer opleverje foar de forkearsfelliohheit?
o. £nrt"neniI2eUk°-Le disse hjerst in ekstra Riedsgearkomste to belissen
mei aa ûnderwurpen fan bisprek:
1. It Twadammeplan.
2 Hoe siogge wij de kommende ûntjowmg fan Fryslan. W(3fi+
De gearkomste mei it bistjto fan it Kleibon-skip is foar W neden West
om te mien en dat neist de geuoane riedsstikken, w teyn greater forb
ek wolris oer de takomst fan Pryslân besinne meije.
Burgemeester en wethouders delen mede dat deze vragen niet meer tijdig kunnen
Voo^de^vergadering in april zullen deze vragen thans worden afgedaan.
tegemL^jlr—ePrs willen u in dit verband
noodzakelijk is dit soort vragen tijdig voor de eerstvolgende raadsvergadenng
in te zendeh.
S t i e n s, 21 maart 1968,
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel,
De secretaris, burgemeester,
F.J. KRAM S. HELLINGA
de portefeuille is verder nog een aantal stukken gelegd, die niet voor ver-
melding als agœdapunt in aanmerking komen.
