- 9 - De heer Tolsma zegt dat deze zaak niet gemakkelijk ligt. Deze zaak is eerder aan de orde geweest. Er waren toen geen financiële mogelijkheden. Die zijn er nu misschien wel en daarom moeten we nu de bereidverklaring afge- ven. Er zijn nu wel bezwaren met naine financiële bezwaren, maar die zijn er voor de gemeente Leeuwarderadeel staeds. Hij kan in zoverre de bezwaren an de heer Soepboer wel delen, dat hij het jammer vindt dat deze zaak is beperkt tôt Etions Hij zou liever een instelling zien die haar werkzaamheden over de gehele gemeente uitstrekte. Hij dacht bovendien dat het mogelijk zou moeten zijn de financiële lasten te beperken door de inschakeling van vrijwilligers. Mevrouw Stolte zou ook liever zien dat de stichting haar werkzaamheden uit- strekte over de gehele gemeente» Mevrouw Biilsma is van mening dat deze subsidiering zal leiden tôt meerdere subsidie-aanvragen van soortgelijke instellingen in andere dorpen. De voorzitter zegt dat het hier gaat om een subsidie-regeling voor de zogenaamde probleemgebieden. Deze subsidie-regeling geldt niet onbeperkt maar wordt in een aantal jaren afgebroken. Dit betekent dus dat de stichting na een betrek- kelijk korte tijd grotere bedragen van andere zijde moet krijgen omhet werk te kunnen voortzetten. De ervaringen hebben geleerd dat hier vervelende consequenties uit kunnen voort- vloeien. Het rijk vraagt zekerheid dat het extra subsidie door de gemeente wordt overgenomen opdat de stichting later niet in moeilijkheden raakt. Uiteraard kan de bijdrage ad 40$ een aanzienlijk bedrag zijn» De door het rijk in het leven te roepen bijdrage-regeling krachtens welke in de door de gemeente gemaakte kosten een rijksbijdrage van 80$ wordt verkregen maakt dit aanzien lijk eenvoudiger. Dit betekent dat in feite eenzelfde rijksbijdrage wordt ver kregen als voor andere maatschappelijk werk onderdelen, thans het geval is. Inderdaad is de stichting "Jeugd- en Vormingswerk Stiens"ontstaan vanuit de Hervormde Kerk te Stiens. De opgerichte stichting heeft een algemeen karakter» De meerderheid van het collège heeft voor deze subsidie-verlening dezelfde toet- singsnorm gebruikt als het Rijk, d.w.z. dat de stichting als een algemene stich ting moet werken en open moet staan voor een ieder. Hij is van mening dat we er niet voor weg kunnen dat dit soort werfyfaedsn ten dage zeer belangrijk is voor een groot deel van de jeugd. Bij cfwoging van aile belangen met name het belang van dit jeugdwerk achi de meerderheid van het collège een eventuele subsidie-verlening zonder meer ver- antwoord De vraag of uitbouw van het werk mogelijk is over de gehele gemeente is voor het collège moeilijk te beantwoorden. Spreker is overigens van mening dat het bestuur van de stichting voor een dergelijke uitbreiding zeker zal voelen al brengt dit uiteraard wat de personeelsbezetting betreft, weer pro- blemen mede. Een dr..gelijk initiatief zcu overigens van de raad kunnen uitgaan. Hij is van mening dat de slechte financiële positie van de gemeente geen be- lemmering mag zijn dit werk van de grond te brengen. Daarvoor is dit werk te belangrijk. Niet minder belangrijk dan b.v. de sport, waarvoor toch ook de nodige middelen moeten worden opgebracht. Wethouder Zondervan zegt dat met geen mogelijkheid te bezien is wat de finan ciële mogelijkheid van de gemeente is. De ervaring leert dat lit soort werk zich snel uitbreidt en dat derhalve de lasten snel stijgen. Men spreekt nu zelf reeds over de aanstelling van een tweede kracht. E^' bezwaar is voorts dat de rijksbijdrage-regeling nog niet tôt stand is ge- komen en nu heeft weliswaar de meerderheid van het collège voorgesteld als ontbindende voorwaarde op te nemen dat de garantie-verklaring uitsluitendzal gelden indien van het rijk de bijdrage ad 80$ zal worden ontvangen, maar wat gebeurt er indien deze rijksbijdrage niet tôt stand komt. Voor welke lasten plaatsen we dan deze mensen vraagt spreker zich af. Het argument dat dit werk algemeen is en dat de stichting daarom subsidie ver- krijgt heeft op hem niet al te veel indruk gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 17