- 12 - Hij zegt voorts dat dit werk veel minder kost dan in Stiens het geval zal zijn. Het werk gebeurt geheel met vrijwilligers. In Jelsum-Cornjum kon het met een kleine subsidie van de gemeente. Hij vindt het thans gevraagde bedrag door de instelling te Stiens wel aan de hoge kant. De heer Tolsma zegt dat men zich niet blind moet staren op het woord "algemene instelling" Uit de pralctijk blijkt immers dat naast een dergelijke algenene instel ling ook nog instellingen op levensbeschouwelijke grondslag voor subsidie in aan- merking komen. Hij wijst hierbij op de stichtingen voor maatschappelijk werk en de instellingen voor gezinsverzorging. De initiatieven tôt de oprichting van de onderhavige stichting "Jeugd en vormingswerk"komen inderdaad uit de hervormde kerk. Het stichtingsbestuur evenwel bestaat uit rnensen van verschillende signatuur. Wat betreft de opmerking van de heer Hopster over de slechte ervaringen met de subsidie-regelingen voor het buurthuiswerk, wil hij de opmerking maken, dat de onderhavige subsidie-regeling daar niet mee kan worden vergeleken. Toen ging het om een totaal aflopende regelingo De voorzitter zegt dat hij blij is met de opmerking van de heer Tolsma. Inderdaad is de subsidie-regeling voor het Jeugdwerk beter. De heer Kuiners stelt voor in de verschillende dorpen nog eens rond de tafel te komen om dan de zaak opnieuw in de raad te brengen. De voorzitter acht dit minder juist. We staan nu voor de beslissing over een ini- tiatief van de stichting te Stiens. We kunnen deze beslissing niet laten afhan- gen van het door de heer Kuipers gesuggereerde geeprek. Wethouder Pi ikstra merlct op dat inderdaad de consequentie van een subsidiever- lening zal zijn, dat ook andere soortgelijke instellingen in de gemeente,een subsidie zou moeten worden verleend. Daarbij moet wel worden bedacht dat voorwaarde voor subsidie is dat een subsi- diabele kracht wordt aangesteld. Aangezien geen der leden meer het woord verlangt wordt tôt hoofdelijke stemming overgegaan. Het voorstel van de meerderheid van het collège wordt vervolgens aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemmens de heer Nijdam, mevr. Bijlsma, wethouder Dijkstra Th.,Kuipers, Span, Tolsma,Hopster,mevr. Stolte tegen stemmens de heer Tulner Soepboer, en de heer Zondervan. woningen (voorstel 68/49) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor stel besloten (besluit 68/36). De voorzitter zegt dat hij met betrekking tôt deze motie graag een opmerking wil maken, maar dat hij graag eerst het woord wil geven aan de heer Soepboer, die de motie heeft ingediend. De heer Soenboor zegt dat hij aanvankelijk van plan is geweest niet alleen het wcordje misnoegen in de motie tôt uitdrulcking te brengen. Hij heeft ook nog gedacht aan een motie van wantrouwen, dat ging hem echter ver genoeg. Tegen een motie van afkeuring zou hij geen bezwaar hebben. Voorts heeft zijn motie niet betrekking uitsluitend op de gang van zaken met betrekking tôt het plan Britsum, maar heeft de uitspraak een meer algemeen karakter. Britsum spreekt evenwel het meest. De voorzitter zegt dat hij het misnoegen dat in deze motie tôt uiting komt, met betrekking tôt het plan Britsum volkomen deelt. Maar dan met name voor wat betreft dq/goedkeuring in eerste instantie van het plan. NIET Hij had een motie toen op zijn plaats geacht. De onderhavige motie is te laat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 23