N o t u 1 e n van de vergadering van de raad van de gemeente Leeuwarderadeel op 27 juni 1968 's avonds om half acht in het gemeentehuis te Stiens gehoudeïi» Agenda; 1. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 30 mei 1968. 2. Ingekomen stukken en mededelingen. 3. Verzoek van Gedeputeerde Staten om het oordeel van de Raad te vernemen, omtrent de nadere salarisverhoging per 1 mei 1968 van de jaarwedden van de secretaris en de ontvanger. 4« Voorstel tôt herziening van de kostprijs van de bouwterreinen in het hestemmingsplan Stiens-Zuid II. 5. Vervallen. 6. Benoeming van een lid in het bestuur van de woningstichting "Leeuwarden- Leeuwarderadeel" (vacature R. de Boer 7« Voorstel tôt vaststelling van het raamontsluitingsplan. 8. Begrotingswijzigingen. 9« Voorstel tôt het verlenen van een extra leermiddelenkrediet aan de open- bare lagere school te Britsum. Voorzitter: H. Hellinga. Sekretaris; F.J. Kram. Aanwezig zijn: mevr. Bijlsma-Boersma, mevr. Stolte-v.d. Meulen, de heren Soepboer, Tulner, Kuipers, Dijkstra, Span en Zondervan. Bericht van verhindering is ingekomen van de heer Hopster en de heer Nijdam» De heer Tolsma is niet in staat het eerste deel van de vergadering bij ~.e wonen. Na een woord van welkom stelt de voorzitter aan de orde? Agendapunt 1 Vaststelling van de notulen van de vergadering van 30 mei 1968. Zoals beloofd, informeert de heer Soepboer naar de stand van zaken met het hestemmingsplan Britsum. voorzitter antwoordt, dat er niets konkreets van te zeggen valt, behalve dat er vandaag een brief van gedeputeerde staten is binnengekomen, waarin de verschillende périodes van het voorbereidend werk besproken worden en waarin toegezegd wordt, dat men naar versnelling van de procédure zal streven. Vervolgens worden de notulen onveranderd vastgesteld. 2.Ingekomen stukken en mededelingen (voorstel 68/63) Naar aanleiding van het gestelde onder punt 7 zegt de heer Kuioersdat zijn fraktie vreest, dat wanneer niet meegewerkt wordt, de tuinbouwers schade zul- len lijden. Hij begrijpt volkomen dat er geconcentreerd moet worden en daarbij is Leeuwarden de aangewezen plaats. De heer Soepboer is het daarmee eens en vraagt de voorzitter wat de Kleibouw- streek onder "produktiegebied" verstaat. De voorzitter zegt, dat met produktiegebied de noord—westhoek van Friesland bedoeld wordt. Hij vindt het plan om in Leeuwarden uit te breiden,eig ongelukkig vanwege de situatie van de veiling. De mening van het bestuur van het ontwik— kelingsschap is,dat er overleg moet komen over de plaats van de veiling, een mening, die het collège deelt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 1