- 5 - 2. Indien een bij deze verordening strafbaar gesteld feit wordt begaan, door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of een doelvermogen, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken, hetzij tegen de bestuurders, de leden van het bestuur of commissarissen, hetzij tegen hen, die tôt het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijkee leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten. 1. Met de handhaving van de bepalingen van deze verordening en de zorg voor de na- leving daarvan, alsmede de opsporing van de daarin aangegeven strafbare feiten zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde op- sporingsambtenaren, belast de door burgemeester en wethouders daartoe aangewezen ambtenaren van de dienst van gemeentewerken. 2. Indien de zorg voor de nakoming van de bepalingen van deze verordening dit ver- eist, wordt hierbij aan hen, die met de uitvoering zijn belast of daartoe moeten medewerken, de last verstrekt de woningen der ingezetenen, huns ondanks, binnen te treden, zulks met inachtneming van het bepaalde in de wet van 31 augustus 1853 1. Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van een of meer bepalingen van deze verordening opdragen aan een of meer door hun aan te wijzen ambtenaren. 2. Het vorenstaande is niet van toepassing ten aanzien van het verlenen van ont- heffingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, en het stellen van de voorschriften, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, ad E, F en G, artikel 3, tweede lid, en artikel 8, eerste lid, onder c. 3. Van een door een aangewezen ambtenaar genomen besluit kan de installateur resp. de beheerder binnen ëên maand na de dag van verzending van de beslissing in be- roep komen bij burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders beslissen op dit beroep binnen één maand. 1. Deze verordening kan worden aangehaald alss "Verordening opslag gas-, hu"5 sbrand- en stookolie" 2. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1969* Artikel 13 (stb. 83) Artikel 14 Artikel 15» Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn o^Bnbare vergadering van 29 augustus 1968, de^secretaris, de voorzitter, -(if. Hellinga) (S In afschrift medegedeeld aan Gedeputeerde Staten op 30 309.1368 Ta/K

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 59