d. Aanspraak op spaarprernie bestaat -in beginsel- slechts, indien een
op de bezoldiging van de belanghebbende ingehouden bedrag is gestort
op zi0n bijzondere spaarreken ng en daarop gedurende ten minste vit
jaar na het einde van net jaar van inhouding ononderbroken heeft uit
gestaan, dan wel wegens het verricht hebben van betalingen ter ^1-.-
doening van door de belanghebbende of zijn echtgenote verschuldigde
levensverzekeringspremies, waaronder begrepen betalingen, verschuldigd
ingevolge een spaarkcno vereenlcomst
Met het oog op de wenselijlcheid, dat de rechtspositieregelingen der onder-
scheidene publiekrechtelijke lichamen, onderling zo weinig mogelijk af-
wijkingen vertonen, acht de Minister van Binnenlandse Zaken het -blijkens
zijn circulaire van 12 augustus 1968 gerihht aan de geneentebesturen— van
het grootste belang, dat de premiespaarregelingen van de lagere publiek
rechteli jke lichamen zo spoedig mogelijk met de nieuwe premiespaarregeling
voor het rijkspersoneel in overeenstemming worden gebracht.
Met betrekking toc het gevoerde centraal overleg kan worden medegedeeld,
dat de centrales van overheidspersoneel hun bezwaren, zoals die kenbaar zij
gemaakt bij de herziening van de premiespaarregeling voor het burgerlijk
rijkspersoneeloaverkort landhaven, doch dat zij zich uit praktische over
wegingen, tegen invoering van de onderhavige verordening niet zullen ver-
zetten*
Behandeling in de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg in
ambtenarenzaken kan derhalve achterwege blijven.
Wij stellen u voor bijgaande ontwerp-spaarverordening vast te stellen.
Burgemeester en xirethouders van Leeuwarderadeel,
de secretaris,
de burge/aeester
P-Jo KRAli
H. HSLLINGA
Ta/K