4 5. Indien elanghebbende op andere gronden dan "bedoeld in de leden 3 en 4 is ontslagen en Mj op de datum van zijn ontslag nog een bedrag op zijn bijzondere rekening heeft staan dat ten minste een vol kaienderjaar op die rekening heeft gestaan of ingevolge artikel 12 geacht moet v/orden te hebben ge staan, heeft liij - tenzij hij "bj.rmen twee maanden weer belanghe" 'ende is geworden - aanspraak op een spaarpremie van zove-el vierden van 25 i° van dat bedrag aïs dat bedrag voile kalender jaren op die rekening heeft uitgestaan of ingevolge artikel 12 geacht moet worden te hebben gestaan, een en ander voor zover daar- over nog geen spaarpremie is toegekend. 6. Indien belanghebbende is overleden en hij op de datum van zijn overlijden een te'goed op zijn bijzondere rekening had staan waarover nog geen spaarpr mie is toegekend, hebben zijn recht- verkri j genden aanspraak op eén spaarpremie ten bedrage van 25 i° van dat tegoed, Artikel 8. Indien aanspraak op sp vrpremie bestaat op grond van artikel 7 wordt de spaarpaoemie ambtshalve aan de belanghebbendegewezen belanghebbende of re-ehtverkrijgenden van een overleden belang hebbende toegekend. Artikel 9 1In (Spval van ontslag met recht op wachtgeld of uitkering is de gewezen belanghebbende, z<clang hij niet wederom belangheb bende in de zin van deze verordening is geworden, bevoegd gedurende het tijdvak dat hij recht heeft op wachtgeld of uitkering, maar niet lar.ger dan vijf jaren, de in artikel 3 bedoelde inhouding te dc,en voortzetten op zijn wachtgeld of uitkering. Degene die van deze bevoegdheid gebruik wenst te maken dient daarvan uiterlijk op de dag van ingang van ziHn ontslag aan burgemeester en wethouders kennis te geven. 21 Ten aanzien wn de gewezen belanghebbende die van de bevoegd heid, als bedoeld in het vorige lidheeft gebruik gemaakt zijn de artikelen van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing. 2, Bepalingen voor de adminis". ratie en de spaarinstellingen Artikel 10» 1. ïïa ontvangst van het in artikel 4 bedoelde formulier wordt ten name van de belanghebbende een spaarkaart opgemaakt. 2. Het ingevolge artikel 3 mgehouden. spaarboclrag wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de inhouding plaatsvond, gestort op de bijzondere spaarrekening van de belanghebbende Artikel 1 le spaarinstelling schrijft het ten name van de belanghebbende overgemaakto spaarbedrag bi,1 op diens bijzondere spaarrekening» Andere bedragen dan spaarbedragen in de zin van deze verorde ning kunnen op deze rekening niet worden bijgeschreven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 53