5
Artikel 12.
1 Telkenjare bepaalt de spaarinstelling het saldo van de bijzonde-
re spaarrekening over het afgelopen kalenderjaarIn dit saldo
wordt begrepen het bedrag dat op de bezoldiging over de maand
decemher is ingehouden ter storting op de bijzondere spaarreke
ning. Het saldo wordt door de spaarinstelling aangetekend.
Is het spaarsaldo over enig jaar negatief, dan wordt dit in
mindering gebracht op het saldo over het vorige jaar.
Is het laatatbedoelde Saldo daartoe niet toereikend, dan wordt
het overblijvend gedeelte van het negatieve saldo in mindering
gebracht op het saldo over het voor-vorige jaar en zo vervolgens
De spaarinstelling houdt aantekening van de alsdan ontstane
nieuwe spaarsaldi over de desbetreffendc jaren.
2.Het bepaalde in het vorige lid vindt overeenkomstige toepa3sing
indien, in verband met het verlies van de hoeda^gheid van be-
langhebbende in de loop van enig kalenderjaarhet saldo van
de gewezen belanghebbende over dat jaar nog v66r de afloop er-
van moet worden bepaald
3. Indien een bedrag blijkens het op de in artikel voorgeschreven
wijze bepaalde saldo gedurende de voor aanspraak op spaarpremie
vereiste tijd op de bijzondere spaarrekening heeft gestaan,
wordt het voor zoveel nodig geacht gedurende die tijd ononder-
broken op de bijzondere spaarrekening van de betrokkene te
hebben gestaan.
Artikel 13
Indien de belanghebbende verzoekt zijn tegoed op de bijzondere
spaarrekening bij een spaarinstelling over te maken naar een
andere spaarinstelling, geeft de spaarinstelling aan dat
verzoek zc spoedig mogeli-jk gevolg, onder mededeling aan die
spaarinstelling van de met toepassing van het artikel 12 vast-
gestelde spaarsaldi over de jaren waarin het tegoed op de
bijzondere spaarrekening werd bijgeschreven.
Artikel 14.
1De spaarinstelling stelt burgemeester en wethouders in het
eerste halfjaar van het vijfde jaar na het jaar waarin de in-
houding van een spaarbedrag op het ambtelijk inkomen van be-
trokkene heeft plaatsgevonden, in kennis van het met toepassing
van artikel 12 bepaalde saldo over laastsbedoeld jaar, zijnde
het bedrag dat gedurende het einde van dat jaar ten minsto
vier jaar ononderbroken op de bijzondere spaarrekening van de
betrokkene heeft gestaan of geacht moet worden te hebben
gestaan
2. De spaarinstelling verstrekt op verzoek van burgemeester en
wethouders naderc gegevens over de bijzondere spaarrekeningen
3 Indien aan belanghebbende geen spaar'boekjjô- - of een ander
stuk van dezelfde etrekking is uitgereikt, doet de spaarinstel
ling ten minste e snrnaal per jaar opgave van het saldo van zijn
bijzondere spaarrekening.