68/89a.
De raad der gemeente Leeuwarderadeel;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van
26 november 1368;;
b e s 1 u i t s
1met de Naamloze Vennootschap Bank voor Nederlandsche Ge-
meenten, gevestigd te 1s-Gravenhageeen rekening-courant
overeenkomst aan te gaan, waarin, voorzoveel daaraan be-
hoefte bestaatwordt vervat een krediet, waarvan het be-
drag in overeenstemming met de Bank, voor zoveel nodig na
belcomen goedkeuring, van jaar tôt jaar zal worden vast-
gesteld
2. goed te keuren, dat in de overeenkomst de volgende be-
palingen zullen worden opgenomens
Artikel 1.
De Bank bepaalt de rente voor de saldi in debet en crédit. Bij
de aanvang van deze overeenkomst bedraagt de debetrente 57/
per jaar en de creditrente 2 1/4$ pe*" jaar. Van iedere wijzi-
ging der rentepercentages zal de Bank bij algemeen rond-
schrijven aan de rekeninghouders kennis geven.
Artikel 2.
De Bank belast zich kosteloos met de betalingen, welke de
Gemeente haar zal opdragen en zulks voorzover de stand der
rekening, in verband met het maximum-kredietdat zal toe-
laten. De kosten van de in het betalingsverkeer te gebruiken
formulieren worden aan de Gemeente in rekening gebracht.
Artikel 3.
De Bank zal aan de Ontvanger of aan derden geen gelden uit-
betalenonverschillig of dit geschiedt in mindering van een
creditsaldo, dan wel daardoor een debetsaldo ontstaat, dan op
een aan haar te overhandigen of toe te zenden schriftelijke
gedagtekende opdracht, welke is mede-ondertekend door de
functionarissen, die tôt goedkeuring van betalingsopdrachten
zijn aangewezenDe gemeente zal de Bank schriftelijk opgave
doen van de functionarissen, die gerechtigd zàjn tôt het goed-
keuren van betalingsopdrachten.
Artikel 4.
In spoedeisende gevallen kan de betaling door de Ontvanger
telefonisch of telegrafiseh worden opgedragenmits de schrif-
telijke opdracht als in artikel 3 bedoeld, onmiddellijk wordt
nagezonden. Bij een betaling aan de Ontvanger zal de Bank on
verwijld de Burgemeester schriftelijk ermede in kennis stellen,
dat zij gevolg geeft aan de telefonische of telegrafische op
dracht van de Ontvanger.
Artikel 5.
Onder de opdracht tôt betaling aan derden, bedoeld in artikel 3,
wordt mede verstaan de opdracht van de Ontvanger om, na vooraf-
gaande overeenstemming tussen het Collège van Burgemeester en
Wethouders en de Bank, de rekening van de gemeente te be-