iorïTv^aS bu""* de 1969 Iflt - 3 - 2. De afschrijving der betalingen geschiedt in de navolgende orde: a. op de kosten van vervolgingp 1. 3. b. op de oudste der openstaande termijnen. Artilcel 13. Binnen drie maanden na het vervallen van de laatste termijn zendt de gemeente-ont h +g!r.aan burSe"ieester en wethouders een staat met toelichting van de posten on het kohier, wellce hij niet heeft Icunnen invorderen. P P tït^'ÏÏ+Ster 6Ï w®thouders zenden deze staat aan de gemeenteraad met een vooratel tôt met-invorderbaarverklaring van die posten, wellce zij daarvoor vatbLTacMÎL Artilcel 14. 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1969. 2. Zij kan worden aangehaald onder de titel "Verordening waterleidingrecht". Alsdan vervalt de 'Verordening op de heffing en invordering van een waterleiding- ber ÎqS ^meeilte Leeuwarderadeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 septen- ber 1963, goedgelceurd bij Koninklijk Besluit van 30 december 1964, no. 4, tôt Qdus vastgesteld door de raad voornoj^nid in zit^n penbare vergadering van 27 december/1968. l?cretaris, voor^fter, ST/S In 6—voud aan gedeputeerde staten gezonden op - - wa. v 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1968 | | pagina 173