Nr. 68/
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
beschikkende op een door mevrouw G. de Vries-Bakker, als gemachtigde van
J. de Vries wonende Ritske Boelemastrjitte 19 te Stiens, d.d. 11 november
1968 ingesteld beroep tegen het besluit van burgemeester en wethouders van
28 oktober 1968 waarbij aan J. de Vries vergunning is verweigerd voor de
bouw van een garage van asbestgolfplaten naast de door hem bewoonde woning;
overwegende, dat burgemeester en wethouders hun besluit hebben gegrond
op de overweging dat het uiterlijk van de garage zowel op zichzelf als in
verband met de omgeving niet zal voldoen aan redelijke eisen van welstand
en dat aan deze bezwaren niet kan worden tegemoet gekomen door het stellen
van voorwaarden;
dat appellante op 18 december j.l. tegenover de commissie administratief
beroep heeft aangevoerd dat zij het onredelijk vindt dat haar de vergun
ning is geweigerd terwijl er in de naaste omgeving van de door haar bewoon
de woning een aantal soortgelijke en zelfs identieke garages zijn aanvaard;
dat appellante voorts tegenover de kommissie heeft verklaard dit type garage
allerminst lelijk te achten;
overwegende ten aanzien van deze argumenten dat er tôt dusverre inderdaad
bouwvergunningen zijn verleend voor soortgelijke garages in dat deel van
Stiens;
dat thans aan belanghebbenden echter, bij iedere woning aanvaardbare en tegen
redelijke bouwkosten alternatieven kunnen worden geboden in tegenstelling
tôt voorheen;
dat er gelet op deze omstandigheden, geen voldoende argumenten aanwezig zjjn
de vergunning alsnog te verlenen;
gezien het advies van de commissie administratief beroep d.d. 20 december
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 1968
nr. 68/134-1355
gelet op de artikelen 48 en 51 van de Woningwet en op de betreffende be-
palingen van de Bouwverordening
besluit:
het beroep ongegrond te verklaren.
1968
Stiens, 27 december 1968.
De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitti