- 2 - 2. Ingekomen stukken en mededelingen. (voorstel 69/1) Naar aanleiding van de aan de raadsleden toegezonden verslagen van de commissie reorganisatie Kleibouwstreek, ziet de heer Soepboer graag dat deze aangelegen— heid eerst :'.n eigen kring behandeld wordt, zodat men in de gezamenlijke vrga- dering beslagen ten ijs komt. Omdat spreker de voorzitter deskundig acht op dit terrein stelt hij voor die bespreking op dit ogenblik nu het nog kan. te hou- den. De voorzitter zegt daar geen bezwaar tegen te hebben. Zijn standpunt blijkt wel uit de meegezonden notulen. De heer Soepboer wil de discussie inleiden met een drietal vragende opmerkingen. Moet, aldus spreker, het Kleibouwschap gehandhaafd blijven met of zonder de ste— den of moet het in sekties die rondom de steden gegroepeerd liggen, worden opge— deeld of moet als laatste mogelijkheid het Kleibouwschap nogmaals proberen met de steden tôt samenwerking te komen, terwijl de steden naar behoefte op hun beurt weer andere samenwerking zoeken, eventueel in zuidelijke richting. Mevrouw Bi.ilsma staat enigszins huiverig tegenover een te grote samenwerking met de steden omdat ze vreest, dat de inspraak van kleine eenheden in de besluit- vorming dan nadelig beïnvloed zal worden. De heer Tolsma zegt, dat de probleemstelling duidelijk blijkt uit de rapporten. De taak van de raad zal moeten zijn aile samenwerkingsvormen kritisch te begelei— den. Zowel spreker als de heer Span hebben het onderwerp echter nog niet grondig kunr- nen bestuderen. De voorzitter merkt op, dat hij privé wel bereid is in een niet—officiële ver— gadering deze materie met de raad te bespreken. Dan zouden eerst de raadsleden de gelegenheid krijgen zich in te werken. Wethouder Dijkstra zegt, dat de beslissing waarschijnlijk in laatste instantie bij het kleibouwschapbestuur ligt. Het is van groot belang, dat aile betrokkenen zich terdege oriënteren en hjj is dan 00k blij met de door de voorzitter gedane suggestie. Deze informele bijeenkomst wordt onder voorbehoud bepaald op 20 febru- ari a.s. om 20.00 uur. Mevrouw Bijlsma juicht de verbetering van de aansluiting Langebuorren—It Achter— bosk toe. Zij vraagt of in het midden een verhoogd gedeelte komt. voorzitter antwoordt hierop, dat deze oplossing die neer zou komen op een verkeerszuil 00k door burgemeester en wethouders is overwogen. Gezien de opge— dane ervaringen lijkt een streep vooralsnog een betere oplossing te bieden. De heer Soepboer vindt de geplande oplossing nog niet ideaal. Hij en zijn frac- tiegenoten hadden liever gezien dat de weg helemaal rechtgetrokken zou worden omdat er dan om het monument van Pieter Jelles meer groen zou komen en de ver— keerssituatie overzichtelijker zou worden. De voorzitter is het hiermee eens, maar stelt dat het verkeer dan niet meer links- af de Uniawei in zou kunnen slaan en het collège wilde deze konsekwentie voor— lopig nog niet aanvaarden. De heer Soepboer is van oordeel, dat het verkeer dat via It Achterbosk en plan zuid naar de Menno van Coehoornwei zal gaan (in de toekomst) belangrijker is dan de enkeling die linksaf wil. De voorzitter zegt, dat de praktijk het zal leren, maar vooralsnog is het collège de verwachting toegedaan dat het verkeer voor plan zuid en verderop in die richting zal gaan vanaf Koudenburg via het Hynstewaed. de vraag van de heer Soepboer of de A.N.W.B. om advies is gevraagd antwoordt de voorzitter ontkennend. Overigens gaat de raad akkoord met de geplande situatie- wijziging. Naar^aanleiding van een desbetreffende vraag van de heer Span zegt de voorzitter oîde komt° anBaJCtle met d0 he8r Rienks in een latere vergadering apart aan de

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 3