- 3 - Het contact, dat ik met de dames en heren journalisten heb gehad, was steeds zonder meer uitstekend en een "bedankt daarvoor" mag hier zeker niet achterwege blijven. U, secretaris - en ik wil daarbij ook uw voorganger, de heer Tijsma noemen - en de direkteur van gemeentewerken ben ik grote dank verschuldigd. Met uw hulpvaardigheid, uw deskundigheid, uw begrip voor mijn ongeduld soms, hebt u mij enorm terzijde ge- staan. Ook u dank ik van ganser harte voor uw vriendschap en over uw hoofden heen wil ik mijn dank ook richten tôt de andere medewerkers van het gemeentebestuur. Naast de wethouders waren u, secretaris en direkteur van gemeentewerken wel degenen, met wie ik het nauwst heb samengewerkt. U hebt ailes gedaan T-jat in uw vermogen lag, om mij, neen het hele gemeentebestuur te helpen z'n taak zo goed mogelijk te ver- vullen en u hebt ons met fantasie en voortvarendheid begeldd. Ik ben ervan over— tuigd, dat u ook in de komende tijd uw taak op dezelfde wijze zult blijven opvatten. De direkteur van het gasbedrijf, de heer Vegter, wil ik eveneens hartelijk danken voor zijn hulp. Hij heeft de snelle uitbreiding van het gasnet op een voortreffelijke wijze gerealiseerd en de uitkomsten vielen altijd mee. De direktie van het bejaardencentrum eveneens dank voor de wijze, waarop mij het voor- zitterschap gemakkelijk werd gemaakt, waarbij ik ook denk aan de grote steun, die ik altijd van u, mevrouw Bijlsma, heb ondervonden, zowel in uw kwaliteit van vice—voor- zitster als in die van waarnemend direktrice gedurende een interim-periode. Graag wil ik ook de rijkspolitie noemen» Zowel met de districtscommandant, als met de groeps— en postcommandant heb ik het steeds bijzonder prettig gehad, Zij allen hebben mij geholpen waar zij konden. Aan de goede verstandhouding met de rijkspoli tie zal ik straks in een gemeente—politie-gemeente met erkentelijkheid terugdenken» Aan de samenwerking met andere gemeenten kan men, bij een gelegenheid als deze niet voorbijgaan» Het is echter veel meer dan een beleefdheidsfrase, wanneer ik daaraan thans een enkel woord wijd. Allereerst wil ik noemen die in het verband van het klei- bouwschap. De geest in het bestuur van dit schap was immer, onder de voortreffelijke leiding van oud—collega Klok, bijzonder goed. We waren het niet altijd eens. Vooral in de laatste tijd verschilden wij wel van mening over de vraag, hoe de samenwerking in het noorden van Friesland in de toekomst dient te worden gestructureerd. Ik ben er wel zeker van, dat de vaste wil, voor de streek het beste te bereiken, in een- dracht tôt een goede oplossing zal leiden. De gemeenten Het Bildt en Menaldumadeel wil ik apart noemen. In de laatste jaren zijn er vele contacten gegroeid en is de onder— linge verstandhouding, die altijd al goed was, tôt een vriendschappelijke geëvolueerd. De collega's en collèges van deze buurgemeenten wil ik daarvoor m'n oprechte dank be— tuigen. Ditzelfde doe ik ook aan het adres van de andere partners in de samenwerking terzake van de schoolartsendiensts Ameland, Barradeel en Perwerderadeel. Met vol— doening wil ik in dit verband releveren het schoolpsychologisch werk, dat wij met elkaar in dit kader hebben op gang gebracht. De psychologen, die op zo voortreffe lijke wijze het moeilijke begin hebben gemaakt, verdienen aile lof. En dan is er Leeuwarden. Ook met deze grote buur is er een prettig contact. De gesprekken, die wij als burgemeesters van de "buurgemeenten" nu al geruime tijd regelmatig met onze Leeuwarder collega hebben, staan op het punt uit te monden in een samenspreking van de collèges van burgemeester en wethouders. Graag wil ik Leeuwarden en omstreken bij de voortzetting van het gesprek veel suoces toewensen. Indien de vaste wil er is, samen te zoeken naar wat bindt, dan kan uit het gesprek een samenwerking groeien tôt heil van het hele stadsgewest, ja van de hele provincie. Moge die samenwerking er spoedig komen en even prettig zijn als die in het verband van de vleeskeurings— dienst, zij het wat anders gestructureerd. Ik kom aan het slot van dit, wellicht al te lange verhaal. Allen, die mij het werken hier tôt een vreugde maakten, allen, die mij opbouwend—critiech wilden begeleiden, allen, die ons het wonen hier aangenaam maakten, u raad van Leeuwarderadeelu burgers van de gemeente, het provinciaal bestuur, autoriteiten op rijks— en provinciaal ni veau, hartelijk dank.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 5