- 5 -
Gelukkig- is niet alleen in Stiens maar nu ook in Britsum, Cornjum en Hijum de woning—
bouw van de grond gekomen en hopelijk straks ook in de andere dorpen.
Graag wil ik ook enkele woorden wijden aan de verhoudingen in het kollege van burge-
meester en wethouders. U, mijnheer de voorzitter, hebt zopas eigenlijk al pre^ies
gezegd hoe het ligt. Wij hebben onder uw leiding veel werk moeten verzetten in een
sfeer die vertrouwen schiep. We waren het soms lang niet met elkaar eens, maar zo
hoort het ook, ieder wist wat hij aan de ander had. Wij zijn u daarvoor veel dahk
verschuldigd.
U - en uw gezin - heeft altijd een grote belangstelling gehad voor het dagelijks lief
en leed onder de inwoners. Het is algemeen bekend, dat u erg met iedereen meeleefde
en graag op feestelijke gelegenheden verscheen maar ook was u altijd een van de eersten
die bij treurige gebeurtenissen sympathie kwam betuigen.
Nu zich de gelegenheid openbaart ook een paar woorden tôt mevrouw Hellinga te richten
doe ik dat graag. U hebt aan het aktieve gemeentewerk uiteraard niet deel kunnen
nemen, maar u zult terdege gemerkt hebben, dat uw echtgenoot er een grote roi in speel—
de. Persoonlijk hebt u voortreffelijk werk verricht door uw zorg voor de bejaarden
door bij hen bezoeken af te leggen, gezellige middagen te organiseren of in het kader
van de vrouwelijke hulpverlening werkzaam te zijn. Namens de hele burgerij dank ik
u daar zeer oprecht voor.
Burgemeester, u vertrekt nu en u zult een open plaats achterlaten, dat is nu eenmaal
♦s levens beloop waar ik niets aan toe of af wil doen. Ik spreek de wens uit, dat
uw verwachtingen ten aanzien van uw werk in Heerenveen voUadig bewaarheid zullen
worden. Tenslotte wil ik van de gelegenheid die deze laatste raadsvergadering onder
uw leiding mij biedt, gebruik maken door u bijzonder hartelijk dank te zeggen voor
ailes wat u gedaan hebt in het belang van deze gemeente."
De voorzitter dankt de heer Dijkstra voor zijn hartelijke woorden en spreekt er zijn
vertrouwen in uit, dat het niet van de raad af zal hangen, dat de lopende plannen
niet tôt een goed einde gebracht worden. Hrç is de heer Dijkstra ook erg erkentelijk
voor de woorden, die tôt zijn vrouw gerijht zijn. Inderdaad is zij veel alleen ge—
weest en heeft dat, ogenschijnlijk althans, niet erg gevonden. Ook zij heeft hier
vele contacten gelegd en mij - aldus spreker - in mijn werk zoveel mogelijk gesteund
en bovendien nog een eigen taalc ge—vonden.
Vervolgens geeft hij het woord aan mevrouw G. Bi,j 1 sma-Boersma die de volgende toe-
spraak tôt de aanwezigen richt;
"Geachte burgemeester, mevrouw Hellinga,
Op deze bijeenkomst wil ik uit naam van aile raadsleden graag een paar woorden tôt u
richten. Een woord van afscheid en een woord van dank.
Een afscheid heeft altijd een weemoedige kantj het sluit een stuk van uw leven af.
Deze eerste ambtsperiode in Leeuwarderadeel zal voor u een leerschool geweest zijn,
waar u al uw krachten aan hebt gegeven en waar u, met de steun van uw naaste mede—
werkers, veel bereikt hebt. Misschien hebt u de tijd ook wel meegehad, maar er is
heel veel tôt stand gekomen in de 6 jaren,dat u hier burgemeester geweest bent. Wij
konden weten, dat u met uw gaven en op uw leeftijd hier uw hele leven niet zou door—
brengen? daarvoor is onze gemeente te klein en dat u ons te zijher tijd zou gaan ver-
laten.
Nu is dan dat ogenblik aangebroken en wij willen u hartelijk dankzeggen voor de wijze,
waarop u ons altijd tegemoet getreden bent, zowel in de raad als daarbuiten.