- 6 -
De heer Tolsma stelt voor, om het voorstel voor kennisgeving aan te nemen, of-
schoon hij weet, dat dat niet mogelijk is. Spreker is n.l. van oordeel, dat de
démocratie op deze wijze wordt vermoord.
De heer Span zegt, dat men démonstratief tegen kan stemmen.
Indien het voorstel wordt verworpen blijft de oude regeling gehandhaafd con-
cludeert de voorzitter.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeehkomstig het voorstel (besluit
69/21)
15« Voorstel tôt het verlenen van een crediet voor het aanbrengen van een vang aan
"Binnema's molent.je" (voorstel 69/23T
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomst het voorstel besloten.
16Voorstel tôt verkoop van een perceel bouwterrein gelegan aan de Burmania^wei aan de
Stichtjng Bevordering Vblkshuisvestjng in Friesland (voorstel 69/24)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
besloten (besluit 69/22)
17Voorstel tnt het verlenen van voorsohotten op de exploitatjevergoeding voor het
.Iaar 1969 ten behoeve van de bi.jzondere lagere soholen (voorstel 69/25)
Zonder disoussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
besloten (besluit 69/23)
18Voorstel tôt het verlenen van voorsohotten op de vergoeding voor vakonderwj.ls voor
het .laaT 1969 ten behoeve van de bjjzondere lagere soholen "(voorstel 69/26)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
besloten (besluit 69/24)
19» Voorstel tôt het verlenen van voorsohotten op de vergoeding par lokaal en per kleu-
ter voor het .iaar 1969 ten behoeve van de bi jzondere kl eu ter s ohoolTvoors tel 69/27
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
besloten (besluit 69/25)
20. VoorBtel om gep werklieden op arbeidspontraot in vaste dienst aan _te_stellen
(voorstel 69/28)
De heer Soepboer stelt vast, dat dit voorstel een vervolg is op een raadsbesluit
van verleden jaar. Hij staat hier volkomen aohter, omdat in deze regeling de rechts-
positie van de werklieden wordt versterkt. Daar de werklieden door burgemeester en
wethouders op arbeidscontract worden aangesteld, heeft de raad bij de benoeming in
vaste dienst van deze werklieden geen mogelijkheid een keuze te maken. Dit hindert
spreker. Hij weet welf dat de raad zelf de desbetreffende verordening heeft vast—
gesteld. Spreker zou graag zien, dat de verordening op de helling kwam.
De heer Tolsma sluit zioh bij de vorige spreker aan. Hij stelt, dat m de rechts-
positieregelingen zijn veranderd, de verordening dient te worden aangepast, Bij de
overige vaste aanstellingen heeft de raad een keuze mogelijkheid.
De voorzitter antwoordt, dat als de raad het benoemingsreoht willen hebben, burge
meester en wethouders met een desbetreffend voorstel kunnen komen.
De heer Tolsma zegt, dat de raad zich met de benoeming van arbeidscontractantenniet
heeft willen bemoeien. Maar nu de arbeidscontraotanten na een jaar door de raad in
vaste dienst worden benoemd, mist hij hier, in tegenstelling met de overige vaste
aanstellingen een keuze-mogelijkheid.
De heer Soepboer stelt voor de desbetreffende verordening te wijzigen.