_3_ Artikel 21. 1. De waarde van de terreinen, welke vijf jaren na de inbreng nog niet in de kostprijs- berekening zijn opgenomen of welke vijf jaren na het in gereedheid brengen nog niet zijn verkocht, wordt geschat en zonodig telkens na vijf jaren opnieuw geschat. 2. Tengevolge van deze schatting ondergaan de boekwaardecijfers bij het bedrijf geen verandering. Een schattingsverschil wordt op afzonderlijke rekening geadministreerd. 3. Ten aanzien van de financiële uitkomst der schatting wordt het bedrijf, niettegen- staande de in artikel 5 bedoelde splitsing, als êên geheel besohouwd. 4. In het geval, dat de schattingswaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het ver- schil door de gemeente uit haar gewone middelen aan het grondbedrijf uitgekeerd en wel in de eerstvolgende dienstjaren, telkenjare tenminste 1/5 gedeelte voor zover dat verschil niet kan worden gevonden uit het waardeverschil bij inbreng, uit de uit verkopen gevormde reserve, bedoeld in artikel 26 of uit de reserve be- doeld in artikel 22. Artikel 22. 1. Door de gemeente kan jaarlijks uit haar gewone middelen een bij de begroting vast te stellen bedrag aan het bedrijf worden uitgekeerd ter vorming van een reserve voor dekking van eventuele nadelige verschillen bij verkopen of periodieke taxatie. 2. Bij de gemeente kan voorts een reserve worden gevoimd, welke, indien dit nodig blijkt, kan dienen voor dekking van bijzondere verliezen uit de grondexploitatie voortvloeiende. Van bijzondere verliezen is bijvoorbeeld sprake in geval van moeilijke verkoopbaarheid der gronden. Artikel 23. 1. In het geval, bedoeld in artikel 21lid 4» wordt een bedrag, gelijk aan het jaar lijks nadelig exploitatiesaldo van de algemene reserve overgeboekt naar een bij zondere reserve ter correctie van het op de gronden bijgeschreven nadelig saldo. 2. Indien en voor zover de algemene reserve niet toereikend is, wordt hiervoor de reserve als bedoeld in artikel 22, 1e lid, aangewend. Is 00k deze reserve niet toereikend dan wordt het bedrag door de gemeente uit haar gewone middelen aan het bedrijf uitgekeerd ter storting in de in het vorige lid bedoelde bijzonder reserve. Artikel 24. 1. Indien eigendommen, welke bij het bedrijf zijn ingebracht, in erfpacht worden uitgegeven, blijven deze in het bedrijf. 2. Zij worden afzonderlijk geadministreerd en wel tegen een waarde, die tenminste gelijk is aan die bedoeld in artikel 15, lid 4. 3» Zij worden niet gelijk àe andere eigendommen periodiek geschat. Artikel 25. 1. Indien volgens de erfpachtvocrwaarden bij het eindigen van de erfpacht een vergoeding voor de opstal is verschuldigd, wordt voor zoveel nodig jaarlijks een bedrag voor dit doel ten laste van de exploitatie der in erfpacht uitg^even eigendommen gebracht. 2. Deze bedragen worden geadministreerd als een reserve, welke afzonderlijk en met duidelijke omschrijving in de balans wordt opgenomen. Artikel 26. Een batig saldo van de exploitatie der in erfpacht uitgegeven eigendommen strekt niet tôt dekking van een nadelig saldo van de exploitatie der andere eigendommen, doch wordt gereserveerd. Onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten kan de raad be— sluiten tôt uitkering aan de gemeente van een deel der reserve.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 157