21. Voorstel om de administratieve kracht op het bureau van gemeentewerken, in vaste
dienst aan te s tellen.
22. Voorstel tôt vaststelling van een Archiefverordening.
23. Voorstel tôt verkoop van de woningen te Stiens, Brêdyk 29 en 31 aan Joh. P de
Vries, aldaar.
24» Voorstel tôt het verstrekken van een geldlening aan de gemeentelijke sociale dienst
voor de aankoop van de voormalige coop-winkel en aanschaffing van inventaris voor
het tehuis.
25. Begrotingswi jzigingen.
26. Voorstel tôt vaststelling beheersverordening voor het gemeenteli jk grondbedri jf
De voorzitter opent de vergadering en stelt punt 1 der agenda aan de orde.
De heer de Swart legt in handen van de voorzitter van de raad de in artikel 45 der
geraeentewet vereiste eden af.
2. Vaststelling notulen van de raadsvergaderingen van_2?__december 1968. 28 .januari
De voorzitter stelt aan de orde de notulen van de vergadering van 27 december 1968.
De heer Span meent, dat de voorzitter hem heeft toegezegd, dat de ijsbaan te Corn—
jum in het bestemmingsplan voor dat dorp zou worden opgenomen.
De voorzitter vraagt of de heer Span er genoegen meeneemt, dat - indien blijkt,
dat de voorzitter dit heeft gezegd - dit alsnog aan de notulen wordt toegevoegd.
Hiermee gaat de raad akkoord.
De heer Soepboer zegt, dat op blz. 18 staat, dat hij gepleit zou hebben voor het
Stedpaed, terwijl hij gepleit heeft voor de Iytse Buorren.
De y-'nrzitter zegt duidelijk te weten, dat de heer Soepboer het over de Iytse
Buorren heeft gehad.
Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen worden de notulen vastgesteld.
De notulen van de vergaderingen van 28 januari en 30 januari 19^9 worden onveranderd
vastgesteld.
3» Ingekomen stukken en mededelingen.
De heer Span zegt verheugd te zijn over het feit, dat wordt voorgesteld adhesie te
betuigen aan het besluit van de raad der gemeente Delfzijl. Hij verwondert zich er
echter over, f het ingekomen stuk van de raad der gemeente Krommenie voor kennis-
geving aan te nemen. Hij is het hiermee volkomen oneens. Dit is toch 00k buitenge-
woon belangrijk. Het betreft hier de Financiële Verhoudingswet, die naar de heer
Span meent te weten, dateert van 12 juli 1961. Deze wet is tweemaal gewijzigd,n.l.
op 1 augustus 1964 en 3 november 1965» terwijl 00k vele konihklijke besluiten hun
stemp'l op de wet hebben gedrukt, aldus spreker. De doeluitkeringen zijn êén brok
willekeur. Hij wijst hier op de vergoeding voor de schoollokalen. De minister zegt
wel zo vervolgt spreker, dat de gemeenten het meer moeten zoeken in belastingen
op het gemeentelijke terrein, maar als de gemeenten meer armslag en een wat meer
onafhankelijke positie willen hebben, wat 00k democratisch is, dan moet deze gemeen
te wat betreft de Financiële Verhoudingswet, achter het besluit van de gemeente
Krommenie staan. De heer Span meent, dat de plattelandsgemeenten op deze manier
altijd de dupe worden.
/cîat wordt voorgesteld
van de tôt lid van de raad benoemd v_erklaarde_ heer P. de Swart (voor-
en^O januari 196S*