De heer Ni.jdam wil aok nog een opmerking maken. Hij is het eens met de heer Span. Spreker begrijpt echter niet precies, wat de inhoud van de motie is. voorzitter zegt, dat dit enigszins, de schuld is van het gemeentebestuur van Krommenie. Hij is het volkomen met de heer Span eens. Maar, zo heeft het collège van bargemeester en wethouders zich afgevraagd, is hier wel een ni-uw punt aan de orde. Dit is niet het geval. Deze kwestie is voldoende bekend en heeft het dan wel zin om aan een motie adhesie te betuigen. De heer Tolsma vindt de uiteenzetting van de heer Span voortreffelijk. Door te zeggen, we nemen de motie voor kennisgeving aan, vindt spreker de weg van de min- ste weerstand. Dag aan dag moet men zoveel mogelijk van zijn ontevredenheid laten blijken, daar er anders nooit iets verandert. De heer Tulner is van oordeel, dat deze kwestie beter via de eigen politieke partijen kan worden gespeeld. uaar anders de kans groot is - omdat er een enorme papierlawine op het ministerie tereoht komt dat de moties direkt in de prulle— mand verdwijnen. Hierna zegt de voorzitter. dat de gemeente-secretaris een technische uiteenzetting zal geven naar aanleiding van de vraag van de heer Nijdam. Dit is ter verduidelij— king van het geheel. De gemeentesecretaris geeft vervolgens een technische uiteenzetting De heer Span toont zich erkentelijk voor deze toelichting, maar desondanks blijft er bij hem een groot onbehagen bestaan. Op concrète misverstanden kan men nooit teveel hameren. Derhalve wil hij de motie toch steunen. s gemeentesecretaris brengt naar voren, dat de motivering van de motie zwak is. Het is hem bekend, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aktiviteiten op dit stuk van zaken ontwikkelt. Daar deze kwestie al jaren slepende is, wil de heer Nijdam toch ook niet afzien van het steunen van de betrekkelijke motie. De heer Soepboer konstateert dat iedereen onbehagen voelt, Hij wijst op het ver— schil tussen de moties van Krommenie en Delfzijl. De motie van de gemeente Krom menie biedt geen alternatief, terwijl die van de gemeente Delfzijl dat wel doet. De voorzitter vraagt zich nogmaals af, of het wel verstandig is, om aan deze motie in deze vorm steun te geven. Hierna vraagt de voorzitter of er ook stemming wordt verlangd. De heer Span verlangt stemming. Na de gehouden stemming blijkt, dat de heren Span en Tolsma tegen stemmen, ter wijl de heren W.J„ Nijdam, T. Kuipers, mevrouw G. Bijlsma-Boersma, de heren P. Tulner, P.Soepboer,P. de Swart, F.Th. Dijkstra en mevrouw P. Stolte-v.d. Meulen voor het voorstel stemmen, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders is aangenomen. De voorzitter zegt, dat hij vervolgens punt 8 van de agenda van de orde wil stellen, daar het de gewoonte is om benoemingen eerst te behandelen. Voorstel tôt benoeming van een chef-schilder (voorstel 69/16) De heer Soepboer wil nader overleg plegen, waarop de voorzitter de vergadering schorst en de publieke tribune wordt ontruimd. Nadat de voorzitter de vergadering heropend heeft, wordt tôt stemming overgegaan. Blijkens de gehouden schriftelijke stemming zijn op de heer van Lingen 6 en op de heer Klaver 4 stemmen uitgebracht, waardoor de heer van Lingen is benoemd tôt chef- schilder (besluit 69/15). De voorzitter stelt punt 3 (ingekomen rtukken en mededelingen) opnieuw aan de orde. De hoer Tulner vraagt of het ook mogelijk is op de nieuwe vrachtauto een grijper te plaatsen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 5