6 - Artikel 24 1. Wijziging of opheffing van deze regeling kan plaats vtnden krachtens eensluiden.de besluiten van de raden en de collèges van burgemeester en wethoudere van tenminste 2./3 deel der deelnemende gemeenten. 2. Zij geschiedt op voorstel van: a. de bestuurscommissie b. één of meer deelnemende gemeenten. 3. In het geval sub a. zendt de bestuurscommissie haar voorstel aan de ge meenten, die binnen 2 maanden een be3lissing nemen. Indien tenminste 2/3 van het aantal gemeenten een beslu.it tôt wijziging of opheffing heeft geomen, zendt de bestuurscommissie de betreffende besluiten ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten. In het geval sub b. zendt (zenden) de gemeente(n) haar voorstel(len) aan de bestuurscommissie, dio het (deze)voorzien van haar advies, aan de gemeenten doet toakomen, waarna verder door deze en de bestuurscommis sie wordt gehandeld als voor het geval sub a. is bepaald» Artikol 2b 1. Uittreding van een gemecnte geschiedt, nadat de bestuurscommissie is gehoord, bij een besluit van de raad en het oollege van burgemeester en wethouders dier gemeente. Uittreding kan slechts geschieden met ingang van 1 januari van de jaren 1973» 1978» 1983 en zo vervolgens om de 5 jaar, mits het besluit tôt uittreding ten minste 5<Sn jaar van te voren aan de bestuurscommissie is medegedeeld en na vcldoening aan het werk— voorzieningsschap van een door de bestuurscommissie onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten te bepalen uittredingssom, 2. De bestuurscommissie kan in bijzondere gevallen, indien 2/3 deel der deelnemende gemeenten daartoe besluit, vermindering van de in het vorige lid genoemde opzeggingstermijn toestaan. Artikol 26 1. Bij opheffing van de regeling vindt liquidatie plaats door de bestuurs commissie, die binnen 6 maanden aan elk der deelnemende gemeenten, onder overlegging van een afrekening, verantwoording doet. 2. De verdeling van het eindsaldo vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikol 19» tweede en derde lid, met dien ver3tande dat bij een nade— lig saldo aleen het lopende kalenderjaar in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van artikel 19» terwijl bij een batig saldo het lopen de en de twee voorafgaandc kalenderjaren in aanmerking worden genomen voor de toepassing van artikel 19» 3. De bestuurscommissie zendt binnen 4 weken, nadat de afrekening door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, een afschrift daurvan toe aan de be— langhebbende gemeenten met een verslag over de liquidatie en opgave van het 'bedrag, dat elk der gemeenten krachtens het eindsaldo heeft te ont- vangen of te betalen. De betaling hiervan vindt binnen 3 maanden na de verzending van het in de vorige zin bedoelde afsohrift plaats.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 71