- 7 - De heer Tolsma zegt, dat de vraag die bij hem rees, voor het grootste deel reede beantwoord is. Spreker vindt het belangrijk, dat de prijzen, indien nodig jaarlijks worden herzien. De voorzitter beaamt dit. De heer Tulner vraagt of de kosten van de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstal— latie ook in deze exploitatie-opzet zijn verdisconteerd. De voorzitter zegt, dat dit inderdaad het geval is, maar dat dit niet alszodanig uit de exploitatie-opzet mag blijken. Zonder verdere discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten (besluit 69/50) 23. Onderzoek geloofsbrief van het nieuw benoemde lid van de raad de heer D Di.jkstra te Britsum. De voorzitter benoemt de heren de Swart, Tolsma en Soepboer tôt leden van de commissie van onderzoek van de geloofsbrieven van de heer D. Dijkstra en schorst vervolgens de vergadering. Na hervatting van de vergadering deelt de heer de Swart mee, dat de geloofsbrie ven in orde bevpnden zijn, zodat de heer Dijkstra tôt de raad kan worden toegelar- ten. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. 24. Benoeming van een wethouder (voorstel 69/67) De heer Tulner concludeert, dat dit de laatste vergadering is die de heer Zondervan als raadslid en als wethouder bijwoont. Spreker is ervan overtuigd, dat de heer Zondervan, die 23 jaar raadslid was, waarvan 11 jaar als wethouder, z'n werk steeds met plezier, toewijding en kennis van zaken heeft gedaan. Het is jam- mer, dat z'n gezondheid hem geen andere keuze laat dan voor de functie van wethou der en raadslid te bedanken. In een overgangsperiode zonder burgemeester en met een secretaris, die vertrekt, is het jammer, dat een ervaren wethouder zijn zetel be— schikbaar moet stellen en een nieuwe kracht z'n taak moet overnemen. Thans moet iemand worden benoemd met een behoorlijke staat van dienst als raadslid, die na een korte inwerkperiode de portefeuille behoorlijk kan beheren. Volgens spreker voldoet z'n fractiegenoot, de heer Soepboer aan deze eisen en stelt hem dan ook kandidaat. De heer Tolsma spreekt z'n spijt uit, dat de heer Zondervan op deze manier afscheid moet nemen. Dit is het gevoelen van de hele raad aldus spreker. Hij had graag ge— zien, dat de heer Zondervan de hele période had uitgediend en wat de P. v.d. A. be— treft nog langer. Dat de A.R. Practie met een kandidaat zou komen lag geheel in de lijn der verwachtingen. Hij verwacht wel van de nieuw te benoemen wethouder, dat deze het gemeentebelang laat prevaleren boven het plaatselijk belang. De functie van burgemeester is momenteel nog vakant, zo vervolgt spreker. Destijds is de onderlinge afspraak gemaakt, dat wanneer door het benoemen van een burgemeester van een bepaalde politieke kleur een politieke groepering te machtig wordt de desbe— treffende wethouder z'n zetel beschikbaar zou stellen. Geldt deze afspraak nog, zo vraagt de heer Tolsma zich af? Hij steantoverigens graag de kandidatuur van de heer Soepboer. De heer Talner vraagt, n.a.v. de opmerking van de heer Tolsma of er van de A.R. nu een verklaring moet komen, dat de heer Soepboer eventueel zijn zetel beschik baar zal stellen. De burgemeester staat immers boven de partijen zo zegt spreker. Dit laatste is de heer Tolsma met de vorige spreker eens. Indien mogelijk wil hij toch graag een antwoord op z'n vraag, omdat de A.R. vroeger ook een antwoord op deze vraag heeft gegeven. Spreker heeft deze vraag ook gesteld, opdat men later niet het verwijt kan maken, dat men dat eerder had moeten zeggen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 13