Nr. 69/ 90 De raad der gemeente Leeuwarderadeel; gezien het verzoek van het bestuur van de woningstichting "Leeuwarden-Leeuwar- deradeel", gevestigd te Leeuwarden, dd. 16 juni j.l., bij Xoninklijk Besluit van 10 maart 1914» no. 17, toegelaten aïs instelling, uitsluitend in het belang van de verbetering der volkshuisvesting irerkzaam, welke toelating der stichting is gehandhaafd bij Koninklijk Besluit van 7 juli 1966, no. 49, om: a. voorschotten uit de gemeentekas voor de bouw van negen woningwetwoningen te Cornjum. b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de ex- ploitatie van deze woningenf gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 17 juni j.l. 5 overwegende, dat aan woningen, als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze gemeente inderdaad grote behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet is te verwachten, dat van particulière zijde in deze behoefte zal worden voorzien, terwijl uitvoering van het bouwplan binnen het kader van het aan de gemeente toegewezen woningcontingent mogelijk isj gelet op artikel 60 van de T'Joningwet en de Beschikking geldelijke steun toege laten instellingenj besluit: I. A. onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen geldelijke steun: I. aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor het onderhavige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands 6,5 fS ner jaar bedraagt, een tweetal voorschotten uit de gemeentekas te ver- strekken voor de financiering van de stichting van negen woningwet woningen te Cornjum, t.w. 1e. een grondvoorschot van ten hoogste acht en veertig duizend vier honderd acht en vijftig gulden 48.458, 2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten hoogste twee honderd zes en zestig duizend drie honderd zes en tachtig gulden (f 266.386,)j zulks onder de volgende voorwaarden: a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschot, moet door de instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 75 respectievelijk 50 jaren annuxteiten worden voldaan, groot 6,558 respectievelijk 6,791 van de werkelijk verleende voorschotten, hiervoor genoemd onder I sub 1e en 2ej b. de annuxteiten onder a bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de dagen, nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in verband met het tijdstip of de tijdstippen, waarop de voorschotten zullen zijn uitbetaalàj c. bij faillissement of bij ontbinding of opheffirg der instelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nageleefd, worden de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan ter— stond opvorderbaarj d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder goediceuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van tweeduizend gulden {.f 2.000, waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt ver vreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben ver- zet, 00k na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijnj onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen zijn, in plaats var. de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen;

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 35