- 4 - ooit het nat spuiten hebben beleefd. Toch waagt geen enkele aap zich weer op de trap de anderen zullen het wel beletten. Aldus het verhaal van 'Ibm Pauka, dat mij zo zeer deed denken aan de situatie, waarin wij zelf verkeren. 'loch zullen wij met het administratief apparaat die trap op moeten gaan. Ik weet zeker, dat wij niet worden natgespoten. Mijnheer de voorzitter mag ik tenslotte nog een bij- zonder woord richten tôt u. Ik heb tôt taak gchad u de laatste maanden in uw funktie van waarnemend burgemeester terzijde te staan. Ik hoop, dat ik uw mede door persoonlijke omstandigheden niet eenvoudige taak enigermate heb kunnen ver- lichten. Voor het vertrouwen, dat u in mij in deze période hebt willen stellen, dank ik u zeer. Mijnheer Tolsma, ik zou u als nestor van de raad willen bedanken voor de vriendelijke woorden, die u namens deze club tôt mij hebt willen richten. Ik mag nog bedanken, mijnheer de voorzitter, voor het prachtige cadeau, dat u mij hebt willen aanbieden. Ik zou, wat de platenbon betreft, willen denken aan het "Requien des Morts" van Berlioz, ik weet het nog niet, maar ik stel u er te zijner tijd nog gaarne van in kennis, wat het geworden is. Wat de literatuur betreft weet ik nog niet wat ik ga doen. Ook dat zal ik u te zijner tijd graag laten horen. Mag ik het dan hier bij laten. Mag ik namens mijn vrouw u allen, die ons het werken en wonen in de gemeente Leeuwarderadeel tôt een feest hebben gemaakt, daarvoor uit het diepst van ons hart hartelijk dank zeggen. We hebben hier een goede tijd ge- had, die we niet licht zullen vergeten. Tôt mijn opvolger zou ik willen zeggen, je krijgt een prachtige plattelandsgemeente met grote mogelijkheden als woongemeente, maar bijna ailes wat je doet en wat je aan resultaten zult boeken, hangt van je zelf af. Ik wil je veel sukses toewensen! Dank u wel. De voorzitter gaat vervolgens over tôt de installatie van de heer J.P. v.d. Kooi als gemeente—secretaris. De heer v.d. Kooi legt in handen van de voorzitter de vereiste eden ai*. Hierna spreekt de voorzitter de heer v.cKooi toe: Mijnheer v.d. Kooi. U bent vandaag geïnstalleerd tôt secretaris dezer gemeente. Uw daadwerkelijke in funktietreding laat nog een paar dagen op zich wachten, maar dat is van zeer korte duur. Ik heb het zeer op prijs gesteld, dat u een week van uw vakantie hebt gebruikt om kennis te maken met zaken, die in deze gemeente op stapel staan en met datgene, wat in het verleden is gebeurd. In deze gemeente, waar momenteel een zekere vaart in zit, is heel wat geschied, maar er is nog zeer veel te doen. Wij hopen, dat ook u uw aandeel daaraan zult kunnen leveren. U weet dat er de laatste jaren een behoorlijke bouwaktiviteit is ontwikkeld, maar we zijn er nog niet. Er zijn nog een aantal uitbreidingsplannen in voorbereiding en u weet ook uit ervaring, dat het verwerkelijken daarvan nog heel wat moeite kost. Ik hoop, dat u ook daarbij uw aandeel zult kunnen leveren. Op het terrein van de sport, is een plan in voorbereiding voor een sportterrein ten behoeve van de voetbalsport in Stiens. Ook op het culturele vlak is in deze gemeente nog wel het éên en ander te doen. iijdens het burgemeesterschap van de heer Hellinga is in deze gemeente op het culturele vlak wat ontwikkeld. Toch zijn er nog wel wensen. Aan dit onderdeel van het bestuur kan ook een gemeente—secretaris, dacht ik, zeer zeker meewerken. Ook de gezondheidszorg en het onderwijs vragen onze voile aandacht. Ik denk hier aan de schooltandverzorging. U ziet, dat in deze gemeente. nog heel wat plannen kunnen worden verwezenlijkt. Ik hoop, dat u zich met uw gezin spoedig in onze ge meente zult thuisvoelen. U komt uit een stad. Onze gemeente is zeer nauw bij een stad betroklcen, gezien de nabuurschap van de stad Leeuwarden. Het streven van onze gemeente is er opgericht een zo goed mogelijke woongelegenheid te scheppen voor mensen, die hun werk in Leeuwarden of in de provincie vinden. Ook u mevrouw v.d. Kooi wil ik hartelijk gelukwensen met de banoeming van uw man en ik hoop, dat ook u zich hier spoedig zult thuis voelen. Ik zou graag de wens willen uitspreken, dat indien de gemeente op de éên of andere manier een beroep op u doet u bereid bent mee te werken. Ik hoop, dat uw gezin hier een goede toekomst tegemoet gaat en dat samenwerking tussen het collège van burgemeester en wethouders en u maar ook met de raadsleden en uiteindelijk met de burgerij mag zijn zoals men dat graag1 verwacht van iemand, die een vooraanstaande positie bekleed» Ik zou nog een lang pleidooi kunnen houden over de wensen dezer gemeente. Ik geloof echter dat dat niet nodig is. Ik zou nog de wens uit willen spreken, dat u hier een goede tijd tegemoet gaat."

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 7