- 9 - alleen, dat we zo gauw mogelijk het benodigde geld krijgen om die plannen te reali- seren. U zegt, dat een burgemeester meer kritiek krxjgt dan applaus.^Bc ken snreuk die alsvolgt luidt: "Doch dyn plicht en lit de Iju mar rabje J kunt mxj iSïLïWÏÏtom met een dirigent van een orkest. We tnllen aile noten moeten bespelen. Er zit altijd wel eens een dissonant in het orkest5 we maken allemaal wel eens een slechte beurt, maar ik hoop toch, dat we met elkaar een haxmonxeus geheel vormen. Ik ben blij, dat u namens uw fraktie uw vertrouwen m mxj uxtspreekt. Ik weet, dat ik het nog waax zal moeten maken. Besef, dat wanneer ik eens iets foutdoe dit geen opzet is, maax in het begin onkunde. Ik wil graag, dat wanneer de fr^eB of êên der raadsleden menen, dat er iets verkeerd gaat, dat u als raadsleden eens komt praten. Dat heb ik liever dan kritiek achteraf. Tôt de heer Ihlner zou ik het volgende willen zeggen. U zei u kent ons niet, kennen u niet, dat weet ik. Dat is ook zo wanneer je ergens m een yreemde zaak kom Goede menselijke verhoudingen over en weer maken het echter gemakkelxjk leren kennen. U vroeg zich afof men in deze tijd nog bevredxgxng kan vxnden xn net burgemeestersambt. Ik geloof, mijnheer <hxlner, dat xeder ambt, xeder beroep twee kan^ ten heeft: een mooie en een minder mooie kant. We zeggen maax al te vaak, dat het bc roep van een ander beter is dan het eigen. Ik ben me zeer zeker bewus'tjan d-6 scha- duwkanten van dit ambt, maax ik weet dat er ook mooxe kanten zxjn. Ik heb verlang Aandacht voor de kleine dorpen hebt u als een specxaal punt genoemd. Ik heb u al gezegd, dat ik de dorpm ga bezoeken. Ik weet ook welke Problemen er in de klex ne dorpen leven en dat niet aan aile verlangens kan worden voldaan. Maar xk ben met u eens, dat er wel eens iets kan en mag worden gedaan. Vervolgens richt de burgemeester het woord tôt de heer Nijdam. Het zal nog bewezen moeten worden, dat ik een goede keus ben. Maax wanneer reeds bijvoorbaat vertrouwen schenken, dan geloof ik, dat we er wel komen. Tôt de heer Beeksma: neem mij zoals ik ben, een mens met gebreken, maax met goede voomemens. Ik hoop, dat u er ook aan zult meewerken, die goede voomemens uxt te voeren. Tôt de heer van der Kooi, gemeente-seexetaris nog een paar woorden. Ik ben blxj te horen, dat de administratie bij is. Het is altijd goed te weten, dat eenzaak bi is, wanneer je moet beginnen. Dat er wel problemen zijn had xk al yemomen. U bent blxj, dat er een einde komt aan de wisseling van funkties, dat kan xk me levendxg len. Ik hoop, dat er nu rust in komt en ik ben blxj, dat wethouder Dxjk pig nog blijft zitten, al heeft hij me wel andere dingen xn het oor gefluxsterd. heb inderdaad te maken gehad met de automatisering van de admxnxstratxe. Tenslotte wil ik u allen bedanken, voor de vriendelijke woorden tôt mij, m*n vrouw en kinderen gericht. Ik hoop, dat we ons hier gauw thuxs zullen voelen. Ook wxl u bedanken voor de prachtige bloemen, die we hebben gekregen." De voorzitter dankt de burgemeester hartelijk, voor de woorden, die hxj tôt heeft. gericht. Ook bedankt spreker de raadsleden, de secretaris en het personee voor het feit, dat ze hem de nodige steun hebben gegeven, in het half jaax, dat bij a loco—burgemeester van deze gemeente fungeerde. Hierna sluit de voorzitter het officiële gedeelte van de vergadering. In het hier- navolgende niet-cfficiële gedeelte van de vergadering komen achtereenvolgens aan he woord» Mr. G.P.W. Hartung, kabinetschef van de Commissaris der Koningin? de heer H.J. Slingenberg. lid raad van bestuur van de Amro Banks de heer H. Hellinga, oud-burgemaester van Leeuwarderadeel, de heer B. Nauta, burgemeester van Haxlingen, namens de burgemeesterskrxng; de heer W. van Mourik, burgemeester van Ferwerderadeel; de heer C. Krijger, groepseommandant der rijkspolities

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1969 | | pagina 17